aardrijkskunde van Nederlandsch-Indië" reeds spreekt) wellicht dien kant uit? Het is zeer wenschelijk, dat dit punt de volle aandacht heeft der Regeering en dat deze steun en voorlichting verschaft telkens wanneer de tijd daarvoor rijp is, De geschiedenis der laatste jaren heeft bewezen hoe gering de resultaten ook eener met geestdrift begonnen actie wel zijn kunnen, indien deze steun en voorlichting onvoldoende gegeven wordt. Den 31 sten Augustus 1916 werden op verschillende plaatsen in Indië vergaderingen belegd, welke ten doel hadden de geheele bevolking in al hare lagen gelegenheid te geven, zich duidelijk uit te spreken voor eene onmiddellijke weerbaarmaking van Indie. Deze vergaderingen, bedoeld als volksvergaderingen in den waren zin des woords, gingen uit van de vereeniging „Indie Weerbaar welke daarna in het begin van 1917 een comité naar Nederland afvaardigde, om aan het Nederlandsche volk de middelen te vragen Indië weerbaar te maken. In dat comité waren de verschil lende bevolkingsgroepen vertegenwoordigd. Maar reeds voor het vertrek uit Indië was er tusschen de leden van het comité geen eenheid van opvatting over de opdracht zelf. Bijeenkomsten, ge houden door tegenstanders van de afvaardiging, werden zeker even druk bezocht, als die der voorstanders. Het Chineesche deel der bevolking gaf onomwonden te kennen niets voor de weerbaar making van Indië te gevoelen en het geheel werd eene misluk king- Toch ging deze vereeniging van gezonde beginselen uit en werden de eerste stappen met frisschen moed gedaan onder den indruk der geweldige gebeurtenissen, welke zich, in den tijd in welken zij werd opgericht, afspeelden. Toch is er met bezonnenheid en met een stellig en goed doel voor oogen hard voor het ideaal, „een weerbaar Indië, gewerkt In het eerste nummer van den eersten jaargang van het Orgaan der vereeniging (waarvan 6000 ex. over geheel Indië werden ver spreid) staat vermeld, dat ingesteld waren verschillende commis- siën en wel voor: a. finantiën; b. propaganda; c. handel en scheep vaart; d. landbouw en veeteelt; e. nijverheid en fabrieken; hy giëne; g. militaire zaken. Vooraanstaande figuren, op elk gebied in het bijzonder, hadden daar zitting in genomen. Het was een opzet, welke iets beloofde. Doch de belofte kon niet worden ingelost. Waardoor beantwoordden de uitkomsten niet aan de verwach tingen? De gedachte, waarvan werd uitgegaan, was aan de massa nog vreemd en daaruit vloeide de mislukking voort. Welke niet om herhaling doet vragen. Indien de Regeering destijds voorlichting had kunnen geven, 540

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 42