7. 2de NASCHRIFT OP No. 5.'Öööf D."B. Het stukje van den heer Cox en het daarop door F.J.P. S. gestelde naschrift geven ons aanleiding het volgende in het midden te brengen De heer C. acht, ter wille van de bevorderingskansen en den z. i. daarmede nauw verband houdenden toeloop, behoud van de onderluitenants en instructeurs noodzakelijk. Nu is o. i. het een af te keuren systeem om rangen te scheppen „ter wille van bevordering en toeloop", indien men die rangen overigens niet noodig heeft. Aan eiken rang moet zoo veel mogelijk een bepaalde functie zijn verbonden, of liever omgekeerd. Het procédé om te bepalen, dat de functie „A" zoowel door rapg »a", als door rang „b" kan worden vervuld, is o. i. minder juist. Bedoeld procédé komt helaas in onze organisatie (formatie) meermalen voor. Uit het aantal gradueel verschillende functies volgt ergo het benoodigde en dus gewenschte aantal rangen. Acht men dus boven de functie van sergeant noodig de functiën van „instructeur", van „administrateur" en die, welke van vroeger af door den adjudant-onderoff; van den Kleinen Staf werd vervuld, dan is het gewenscht hiervoor de noodige rangen te hebben, maar ook niet meer dan die. Deze rangen zijn er van ouds, t. w.voor admr en instr die van sergeant-majoor, voor de laatstgenoemde tunctie, die van adj. o. o. Door te bepalen, dat de admr en instr kunnen zijnöf sergeant-majoor, öf adj. o. o., was men onnoodig gecom pliceerd en veroorzaakte men bovendien principiëele moeilijkheden, want nu kan zulk een adj. o. o. ouder zijn, dan wat we zouden willen noemen ,,d e aangewezen chef van de kazerne", t.w. de adj. o. o. van den Kleinen Staf. Bovendien was men onnoodig duur, want voor de functie van anmr. en instr kan men b 1 ij k b a a r (zie boven) met sergeanten-majoor volstaan. Voor de vervulling van de laagste o f f i c i e r s functie (tac tische comdt van een sectie) heeft men „officieren" noodig. Onderoffn daarvoor te bestemmen is in strijd met de eischen, aan de functie te stellen. Die eischen zijn èn in vredestijd èn in o rlogstijd - van verschillenden aarddeels kunnen zij zeer wel door goede onderofficieren worden vervuld. Echter slechts „deels'; daarnaast wordt een ruimer denken vereischt, dan in verband niet de normale mate van ontwikkeling van onder officieren kan worden gevorderd, hetgeen heeiemaal geen schande is. Net zoo min als het een schande is, dat vele subalterne officieren niet geschikt zijn voor de functiën, die door Hoofdof ficieren worden vervuld. 555

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 57