les renforts se rapprochent pour sauter a la baïonette sur l'ennemi, quand il fait mine de donner l'assaut". De comdt van de 42ste Div. wordt er over hard gevallen, dat bij de verovering van de Maria-Theresia-redoute en de loopgraven N. W. er van door de D., de tegenstoot niet spoedig genoeg kon worden uitgevoerd, omdat de noodige afwachtingsdekkingen op korten afstand achter de gevechtsloopgraven hadden ontbroken. Herhaaldelijk en herhaaldelijk betoogt hij tegenover de onder- comdtn de noodzakelijkheid van den onmiddellijk op het binnen dringen in de loopgraven volgenden tegenstoot. Merkwaardig, dat dit steeds op nieuw moet geschieden, dat aan Fr. zijde niet méér inzicht bestond en dat de gegeven aanwijzingen en bevelen niet worden opgevolgd. Zoo wijst Dubail er ook telkens op, dat, indien de tegenstoot niet onmiddellijk kan volgen, het beter is, hem eerst uit te voeren na een deugdelijke voorbereiding door art.-vuur. Tegenstooten worden er genoeg uitgevoerd, maar te laat en zonder behoorlijke voorbereiding door art.-vuur en dan zonder eenig succes. Van de tallooze voorbeelden, die er in zijn werk te vinden zijn van dergelijke vruchtelooze aanvallen worden alleen aangehaald: het gevecht op 17 Jan. 1915, toen na het verlies der voorste loopgraven, de Fr. achtereenvolgens 3 tegenstooten ver richtten en het gevecht op 29 Jan. 1915, dat grooteren omvang had. De 40ste Div. werd aangevallen door de 27ste Div. (Wurt.), welke de Fr. loopgraven veroverde. Achtereenvolgens verrichtten de Fr. 6 tegenstooten, te laat en zonder eenig succes, maar met groote verliezen. Het gevaarlijke oogenblik voor den aanvaller is dat van het binnendringen in de stelling, wanneer hij nog in wanorde verkeert. Laat men dit oogenblik voorbijgaan, dan heeft hij zich kunnen ordenen en maatregelen voor afweer kunnen nemen. Elk oogenblik van vertraging maakt hem sterker en dan wordt, evenals bij eiken anderen aanval, krachtige voorbereiding door art.-vuur noodig. Een opeenvolging van tegenstooten kan deze noodzakelijkheid niet vervangen. Elke tegenstoot treft den vijand sterker aan en leidt zonder deugdelijke voorbereiding-slechts tot nieuwe verliezen. Toch zijn de Fr. er nog ver vandaan, de oude beginselen geheel op te geven. Begin Febr. '15 schrijft Dubail aan den Comdt van het Det. d'Armée Vosges voor, 30 50 M. achter de gevechts loopgraaf voor de tir.-linie afwachtingsdekkingen en onderkomens voor de onderst.-troepen te doen aanleggen, opdat deze voor een onmiddellijken tegenstoot gereed zouden zijn, terwijl op 150 200 M. meer achterwaarts, dekkingen voor de reserves aanwezig moeten zijn. In de instructie, welke Dubail 7 Febr. aan den Comdt van het 3de Leger gaf, gelast hij op 20 30 M. achter de voorste linie onderkomens voor de onderst.-troepen aan te leggen en op 200 503

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 5