561 We vermelden vervolgens: Engelsche Soldatenhumor; De Berekeningen van de inkomsten i.v. met de taxatie der huurwaarde van Landswoningen; Belastingen in Nederland (met een staat van die belastingen in een aantal plaatsen). Verder: Uit Pers en Periodiek, waaruit we overnemen: „EEN WAAR WOORD. Immers, de ondergang van een weerloos volk is alleen een kwestie van tijd; willen wij dus ons geestelijk en stoffelijk voortbestaan verzekeren en ons zelfrespect behouden, dan moeten wij in staat blijven ons te verdedigen. En hoe hard het ook moge zijn belastingen op te brengen voor defensie, deze laatste is eenvoudig een soort verzekeringspremie. Men mag het betreuren dat het zoo is, in deze slechte wereld, maar wie een volk ontwapent verraadt het." S. F. van Oss over de Vlootwet in de H.P. Het artikel „De Groote Broer" van de hand van E.N. is geschreven naar aanleiding van het Reutertelegram over de vlootbasis te Singapore, waar voorkomt de passage: wanneer de veelbesproken oorlog in den Pacific ooit zou uitbreken. In dat geval zou een der eerste daden van de oorlogvoerende partijen zijn, te trachten, den slecht beschermden Ned. Indischen Archipel te bezetten, hetgeen wij niet zouden kunnen gedoogen in verband met het staatkundig evenwicht en Singapore zou een uitstekend middel zijn, om dit te verhinderen. Zoowel de malcontenten in Japan, als die behoorende tot het anti-Britsche gedeelte der Amerikanen, moeten er mee rekening houden, dat zij zich bloot geven voor het vermoeden, dat zij op vermeëstering van Ned.-lndië rekenen, in geval van een oorlog." in plaats van slecht beschermd", wil E. N. liever en beter lezen: zoo goed als „onbeschermd". Hij knoopt hieraan eenige ietwat sarcastische beschouwingen vast. Wij voor ons kunnen het denkbeeld van een groote basis te Singapore slechts prijzen. Het zal onze veiligheid op twee wijzen ten goede komen; niet alleen door de machtsontplooiing in onze onmiddellijke nabijheid van onzen aangewezen bondgenoot maar, ook omdat die toekomstige bondgenoot terecht er krachtig op zal aandringen, dat we en zoo goed mogelijk voor onze veiligheid zorg dragen en daardoor voor die van Singapore en van de verbinding van die basis met Australië. Ned.-lndië wordt toch als het ware: „Das Vorfeld" van de Singaporestelling. Het is niet onmogelijk, dat de herleving van onze Vlootwet danig met de Singaporeplannen verband houdt. In een ander artikel is de officiersopleiding wederom aan de orde. De Schr. bepleit het systeem om de a. s. beroepsofficieren te trekken uit de vaandrigs van de Reserve en wel uitsluitend. Het eerste jaar zou worden doorgebracht op de school voor verlofsoffi cieren en voornamelijk practijk, verder bovendien theoretische opleiding tot sectie-comdt, omvatten; de volgende jaren zouden op de K.M. A. voor namelijk aan studie zijn te wijden. Schr. wraakt het huidige systeem, waarbij z. i. de verschillende onder deden van de veelzijdige opleiding elkaar afbreuk doen en een goede op leiding, zoowel practisch als theoretisch, onmogelijk gemaakt wordt. Ook acht hij thans de gelegenheid tot eigen studie te gering. Wij voor ons zijn omtrent die zelfstudie nogal sceptisch gestemd. We lezen verder: „De leeraren, die in het bijzonder met het onderwijs in de theoretische studievakken zijn belast, ondervinden bij herhaling het groote bezwaar, verbonden aan de driejarige gelijktijdige practische en theoretische opleiding. Meermalen hebben zij zich in dien zin uitgesproken.'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 63