dat een even gewichtige en even goed verzorgde plaats inneemt, als het geweer van den soldaat. Het spreekt vanzelf, zegt verder de deskundige schrijver, dat het vrijwillig dienend personeel reeds in vredestijd een goed verzorgd gasmasker in zijn bezit moet hebben. Dit is een uitspraak, welke zeer zeker ook voor ons leger in overweging dient te worden genomen, daar het niet te verwachten is, dat een invaller op Java zich niet van gasgranaten zal bedienen. Men leze maar eens het effect van mosterdgas Kapitein Van der Vijver geeft een hoogst belangrijk artikel over veilig heidsdienst. Na eenige algemeene beschouwingen over het doel van den veiligheidsdienst, worden de beginselen van de hedendaagsche gevechts voering, welke, als uitvloeisel van de eigenschappen der moderne strijd middelen, op den veiligheidsdienst hunnen stempel hebben gedrukt en de grondslagen vormen, waarop die dienst berust, aan eene bespreking onder worpen. In het bijzonder wordt er daarbij op gewezen, dat het begrip „tijd" eene ingrijpende wijziging heeft ondergaan en het begrip „ruimte" veel van zijne waarde heeft verloren. Vervolgens wordt het gebruik en het optreden der veiligheidsafdn en ten slotte de veiligheidsdienst tegen het gevaar uit de lucht en tegen de aanvalswagens der toekomst behan deld. De nadruk wordt er op gelegd, dat de verkenning het voornaamste element van den veiligheidsdienst vormt. Wij vestigen verder de aandacht op de door den schrijver aangegeven taak van de voorhoede, welke be langrijk afwijkt van hetgeen daaromtrent in ons V. V. is voorgeschreven. Ook blijkt uit zijn betoog, dat de opmarsch van eene Divisie, met het doel zich tot het gevecht te ontwikkelen, geheel van karakter is veranderd. Men vergelijke dit eens nauwkeurig met onze Gevechtshandleiding. Overste Van Dam van Isselt sluit de reeks van artikelen in deze aflevering met „Kustbewaking en Kustverdediging", waarbij hij er op wijst, dat tusschen deze beide begrippen een scherp onderscheid moet worden gemaakt. Hoewel het artikel uitsluitend de Ned. verhoudingen in beschouwing neemt, zijn er ook voor ons belangrijke lessen uit te trekken, voornamelijk in verband met het optreden tegen pogingen om, als voor bereiding van eene landing, bepaalde verkeerswegen onbruikbaar te maken, waardoor de concentratie van het verdedigende leger zou kunnen worden, gestoord. 10, OVERZICHT BU1TENL. TIJDSCHRIFTEN, door K. La Revue d'inf. April. Als vervolg op een artikel reeds in 1922 begonnen, geeft dit tijdschr. een opstel „Etudes sur le combat d'inf." waarin de „prise de contact" door inf., cav. en vliegd. wordt beschreven. De schr. komt tot de volgende conclusiesdans le combat actuel, le contact tend, en quelque sorte, a se dédoubler; il comporte un contact rapproché et un contact éloigné. L'inf. ne peut plus, sans des précautions spëciales, franchir la limite arrière de la zone de contact. Et pour éviter toute surprise coüteuse par le feu ennemi, il ya le plus grand intérêt a ce que cette limite arrière soit jalonnée et marquée de fagon spéciale sur le terrain. Vis a vis dun ennemi en position, ce jalonnement pourra être fait par la cav. a condition qu'on le lui demande. Vis k vis d'un ennemi en mouvement, les moyens de la cav. division- naire risquent d'être absorbés par la conservation du contact immédiat. L'inf. ne peut plus compter que sur elle-même pour le jalonnement du contact éloigné. L'attitude de Tennemi est done un facteur important de la conduite que nous aurons a tenir pour prendre notre premier contact avec lui. Or comme cette attitude peut varier au cours de l'opération, il est nécessaire de se tenir trés au courant des changements qui pourront y être apportés, de 566

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 68