ongunstige natuurlijke omstandigheden, waaronder de duikboot hier te ageeren heeft en dat, officieel en semi-officieel, die omstandigheden kortweg buiten beschouwing zijn gelaten. Waren zij niet in enkele dagbladberichten, in de artikelen van „Marin" in het Alg. Handelsblad en in dat van den heer Behrens in dit tijdschrift in het openbaar onder de aandacht gebracht, dan zou men er tot heden nog nimmer van hebben gehoord. De heer Kaijser heeft dan ook geen goede reden zich geraakt te toonen, dat zij, die in deze zaken belang stellen, zich tot andere dan de officieele voorlichting wendenwilde men daarop wachten, om zich een zuiver beeld van het vraag stuk te vormen, dan zou men gevoeglijk tot na afloop van den volgenden oorlog geduld kunnen hebben. De heer Van Hengel, Directeur der Hoogere Marine-Krijgsschool te 's Gravenhage, voert in het Handelsblad aan, dat ook in de Middellandsche Zee de omstandigheden voor de duikboot ongunstig waren en dat zij daar toch wel resultaten heeft weten te 'boeken. Het ontoereikende dezer bestrijding springt in he.t oog. Vooreerst zijn, door het veelal spiegelgladde water, de omstandigheden hier nog veel ongunstiger, dan in de Middel landsche Zee, maar daarenboven gaat het voor ons om den aanval op een transportvloot, die ook vanuit de lucht uitmuntend beveiligd kan zijn, niet alleen door vliegtuigen, maar ook door kabelballons, voor welker gebruik het klimaat zich hier alweer bij uitstek leent. Wanneer de heer K. nu verklaart en die verklaring nog eens met nadruk herhaalt, dat in de inzichten omtrent de bruikbaarheid der duikboot in Indië sedert de zittingen der 1. C. geen wij ziging is gekomen, dan stel ik daar tegenover, dat die opvatting nog slechts wordt aangetroffen binnen een bepaalden kring, hoofdzakelijk van departementaal gesitueerden, en dat daarbuiten zich een groeiende overtuiging baan breekt, die de kans van dat wapen tegen een beveiligde transportvloot hier niet hoog aan slaat, en die kans ongeveer nul acht, wanneer wij niet tevens ter plaatse het overwicht in de lucht bezitten. Het is hier, dat alle tot omzichtigheid stemmende vredes- ondervinding ten spijthet luchtwapen onweerstaanbaar naar voren komt. Niet als een nuttig hulpmiddel, dat men desnoods cjk wel ontberen kan, maar op zijn minst als gelijkgerechtigde van het gekozen hoofdwapen zelf, dat als het ware slechts in de schaduw der luchtvloot tot nuttig gebruik kan worden gebracht. De vraag doet zich dan voor, of onder die omstandigheden aan de duikboot nog wel de primaire beteekenis mag worden toe gekend, die de I. C. daaraan hechtte, en of niet haar taak, aan de vijandelijke transportvloot gevoelige schade toe te brengen, door het luchtwapen zelf kan worden overgenomen. Inderdaad hier stem ik in met den heer K. valt op grond der beschikbare ervaring die vraag niet beslist te beantwoorden, 573

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 75