17. Men late in het algemeen het marcheeren naar de aange wezen plaats en het houden van de goede richting niet over aan een ondercomdt. Het gebruik van kompassen en horloges met lich tenden rand, naald, wijzers en cijfers verdient aanbeveling. 18. Gedurende den marsch van de verzamel- naar de ontwik kelingsstelling marcheert de Comdt van het richtings-Baton aan het hoofd van zijn richtings-comp., de comdt van de richtings- comp. aan het hoofd van zijn richtingssectie. 19. Komende in het licht van zoeklichten, werpt ieder zich neder. ,,Hierbei ist damit zu rechnen, dasz der Gegner mit dem Licht- kegel das Gelande planmaszig absucht". Hetgeen zeggen wil, dat ook bij nachtelijke nadering men daartoe alleszins gunstig terrein moet gebruiken, waarin men niet plotseling door licht verrast kan worden. Ook bij nacht moet dus zoo eenigszins mogelijk de nadering door bedekt terrein (hoewel zulks de moeilijkheden der aanvoering verhoogt) plaats hebben. „Man bedenke, dasz von den japanern vor Port Arthur die Scheinwerferbeleuchtung als der gefahrlichste Feind gefiirchtet wurde". 20. In het algemeen zal het aanbeveling verdienen, dat de aan valler zich vooraf doe gaan door patrs, doch slechts zóólang, tot men de zekerheid erlangt, dicht bij den vijand te zijn. „1st enge Fühlung mit ihm gewonnen, so lassen sich die Patrouillen vor der Front von der herankommenden Schtitzenlinien aufnehmen". (De patrs of afdn, die de gevechtsbeveiliging op de flanken waarborgen, blijven daar natuurlijk; hier, in punt 20, worden door mij bedoeld de. éclaireurs van L. N. O. pag. 22). Tot zoover Immanuel. Opgemerkt wordt, dat indien het nachtelijk terreinwinnen zóó ver wordt doorgevoerd, totdat men bij een goede „stormstelling" is (L. N. O. blz. 12 C), die storm dan natuurlijk moet worden uitgevoerd bij de eerste morgenschemering en niet daarna, als het reeds te licht is. (Zie ook L. N. O. blz. 16 onder „Nachtelijk terrein- winnen", 2de al.). Want anders is al het nachtelijk terreinwinnen, dat men dan toch zeker gedaan heeft, om geen of niet noemens waardige verliezen te krijgen, voor niets geweest en bevindt men zich bovendien in zoo'n allerongelukkigste ondiepe formatie, dat men, zelfs bij iets te lang wachten, aan algeheele vernietiging blootstaat. Wat de „Verzamelstelling" (punt, waar de ageerende troepen de marschcolonne verlaten (L. N. O. pag. 12 onderaan) aangaat, spreekt het welhaast vanzelf, dat men voor die basis van opmarsch naar de ontwikkelingsstelling een markante lijn kiest (vgl. L. N. O. blz. 21 punt 4). Over de formatiën, die L. N. O. op blz. 23 aangeeft (tijdens het marcheeren van de verzamel- naar de ontwikkelingsstelling) valt nog wel het een en ander te zeggen. ■Het marcheeren met 3 sectiën voorop en 1 sectie als comp.- 590

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 12