De tirailleurlinie. De dichte linie, waarvan sprake is op blz. 26, 2de al. L. N. 0., is, volgens den eersten regel van de legenda's der bijlagen de „zonder tusschenruimten verspreide sectie". Moeten de compn in een dubbel- of in flankcolonne marcheeren (beide met sectiën uit de flank)? M. i. in dubbelcolonne, omdat, evenals overdag, diepte bij elk onderdeel, (o. a. om vermenging te voorkomen) gewenscht is en bovendien, vooral in bedekt terrein, het verband houden en het overbrengen van berichten minder moeilijk zijn. De plaats der commandanten. Voor die van den c.- comdt: zie de punten 10 en 18 hierboven. Wat den Bat.-comdt betreft, zegt L. N. O. blz. 25 punt 14: „De Bat.-comdt zal zich als regel ophouden tusschen de voorste en de 2de linie; van daar uit kan hij den toestand het beste beoordeelen en zijn Bat. het beste aanvoeren" (dit slaat op den marsch van de verzamelstelling tot de ontw. stelling). M. i. is dit een phrase! Er valt weinig te „beoordeelen," doch dat weinige kan de Bat.-Comdt nog het beste in zich opnemen, als hij vooraan is, bij de richtingssectie zijner richtings-comp. En er valt niets aan te voeren. De Bat.- Comdt moet daarentegen „voere n" d. w. z. zijn troep naar de goede plaats, in de goede richting, brengen. Overigens kan hij in het duister niets doen, doch het weinige dat hij kan doen, n. 1. zorgen, dat het Bat. op de juiste plaats in de ontwikkelings- (storm) stelling komt, vereischt reeds al zijn attentie. En als hij dan nu en dan eens even, in achterwaartsche richting, zijn lantaarn laat schijnen, dan weet een ieder: „Daar is de Comdt, daar moeten we heen!" Over de schuine lijnen met groene kruisjes v a n b ij 1 a g e C, L. N. O. nog het volgende. De lengte dier lijnen zal ongeveer bedragen 1 DO2 3202) 350 pas. De bijlage'C zal wel zijn gemaakt op grond van punt 6 blz. 22 L. N. O. O. i. kan een verbinding, als in dat punt bedoeld en in de bijlage C aangeduid nog wel in schuine richting in de practijk niet worden toegepast. Punt 6 hier bedoeld spreekt van „verbin- dings rotten" op eenige passen van elkaar. Nemen we nu voor „eenige" het getal 5, dan zou de Comdt met zijn beide vleugel- 350 compagniën moeten worden verbonden door: 2 X 140 verb.- rotten 280 man 2 compn. Punten 19 t|m 23 L. N. O. a n n e x b 1 z. 17 en 18 (het doen van stormaanvallen in de duisternis). Punt 19 zegt o. a.: „Immers tirailleurliniën kunnen niet worden aanbevolen, omdat het er meer op aan komt, de troepen tot op het laatste oogenblik goed in de hand te houden. Trouwens lange liniën bewegen zich moeilijk door het terrein, geraken eerder in wanorde en lijden meer verliezen 592

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 14