waarts wilde terugtrekken, doch dat hij na een onderhoud met Foch dat plan opgaf en zijn troepen in hunne stellingen hield. Onder deze moeilijke omstandigheden voegde ieder zich naar de autoriteit van Foch, onder wiens bevelen eerst koning Albert, daarna ook de Eng. zich stelden. Zoocra echter ook hier het gevaar was geweken, hield de eenheid van co op en had men weer 3 legers, welke naast elkaar streden onder zelfstandige opperbevelhebbers, die bij operatiën door besprekingen, door geven en nemen, de samenwerking moesten verkrijgen. Een geluk was het voor de Entente-mogendheden, dat Joffre na den slag aan de Marne een zoodanig vertrouwen genoot, dat zijn inzichten vaak werden gevolgd. Doch dit hief de nadeelen van het gebrek aan eenheid van co niet op. Bevelen kon Joffre aan de Belgen en Britten niet geven. De besprekingen voerden steeds slechts tot een compromis, waarbij rekening moest worden gehou den met de inzichten der zelfstandige bevelhebbers omtrent het gebruik der troepen. Zoowel aan Fransche als aan Br. zijde zag men intusschen de voordeelen van die eenheid in en van beide zijden werden herhaal delijk pogingen in het werk gesteld om tot haar te geraken. De grootste moeilijkheid, welke men daarbij ondervond, was het overwinnen van den nationalen trots. Hier had men 2 legers, waarvan geen van beide het overwicht van het andere erkende, zoodat van een gemakkelijk volgen van den raad, de voorstellen van de eene partij door de andere, geen sprake was. Voorbeeld o.a. is de poging van Gallieni bij French om van dezen gedaan te krijgen, dat hij niet verder terugtrok voor de D., maar den aanval van zijn leger zou steunen, een voorstel, dat niettegenstaande alle aandringen werd afgeslagen. Tijdens den slag aan de Yser kostte het Foch de grootste moeite French er van terug te houden, het gevecht af te breken en terug te trekken. Gedurende het geheele jaar 1916 streefde Briand naar het ver zekeren van „l'unité d'action sur l'unité de front". Tijdens den slag aan de Somme bestond er een uitmuntende verhouding tusschen Foch, comdt der Fr. troepen en Haig, zoodat de nadeelen van het gebrek aan eenhoofdige leiding niet uit kwamen. Briand verloor echter zijn doel niet uit het oog en ten slotte had hij in Febr. 1917 het succes, dat de Eng. Regeering den 26sten van die maand een conventie aannam omtrent de regeling van de samenwerking der legers. Lloyd George had vooral zich zeer ingespannen om die conventie door zijn regeering aangenomen te krijgen. Evenwel was men nog niet verder gekomen dan samenwer king. Eenheid van co bestond nog niet. Het Br. leger werd niet onder de bevelen van den Fr. Generalissimus (Nivelle) gesteld. 605

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 27