Deze had niet de bevoegdheden, welke aan Foch werden toe gekend door de conventie van April 1918, welke de conventie van Doullens van Maart 1918 aanvulde. De Br. opperbevelhebber was alleen verplicht de aanwijzingen van Nivelle te volgen. De conventie (van Calais) diende slechts voor een enkele bepaalde operatie, n. 1. de doorbrekingspoging, welke Nivelle voorbereidde. Zij zou vervallen, zoodra de Br. regeering achtte, dat deze bijzondere operatie was geëindigd. De omstandigheid, dat geen eenheid van co was verkregen, voerde al heel spoedig tot een zeer scherp conflict tusschen Haig en Nivelle. De door de D. beraamde terugtocht naar de Hindenburglinie na den Somme-slag was zoo goed uitgevoerd, dat gedurende 3 weken de Fr. en Br. Hkwn daarvan onkundig bleven. 24 Febr. bemerkten de Br. troepen bij de Ancre, dat zij geen vijand meer tegenover zich hadden. Door dezen terugtocht zou de aanval van het 5de Br. Leger een luchtstoot worden. Haig was bevreesd, dat de D. van de geïso leerde positie van dat Leger gebruik zouden maken om het van uit het N. aan te grijpen. Nivelle gaf dit echter niet toe en wilde geen wijziging brengen in zijne reeds in Dec. 1916 vastgestelde plannen tot doorbreking van de D. liniën, waaraan bovengenoemd Leger zou deelnemen. Reeds in Jan. 1917 had hij aan de Comdtn der daarbij betrokken Fr. Legergroepen gedetailleerde instructiën gezonden, terwijl het Br. leger ook reeds sinds Dec. 1916 toen overeenstemming was bereikt over die doorbrekingspoging bezig was met zijn voorbereiding. Overeenkomstig de conventie van Calais zond nu 27 Febr. Nivelle aan Haig zijn eerste direktiven voor den slag, welke in April zou aanvangen. Haig was gefroisseerd door den vorm daar van, welke volgens hem niet die was van „aanwijzingen", maar van bepaalde, imperatieve bevelen, zooals van een Generalissimus aan een ondergeschikt legerbevelhebber. Bovendien meenende, dat het plan van Nivelle voor zijn leger zeer gevaarlijk was, zond hij die direktiven naar het War Comittee te Londen, dat met zijn appreciatie van den toestand accoord ging. Na ontvangen bericht van het War Comittee verraste nu Haig op 4 Mrt Nivelle met zijne opmerkingen, die zijnerzijds de Fr. Regeering daarmede in kennis stelde en hare tusschenkomst inriep, ten einde langs diplomatieken weg te verkrijgen, dat Haig zou toegeven en willig Nivelle volgen. Briand schreef een brief aan Lloyd George op 6 Mrt, waarin hij sprak over „les tendances répétées du maréchal Haig a se dérober aux instructions qui lui sont données, a reinettre sans cesse en question inoffensive elle-meme, le plan d'opération, et cela a un moment si voisin de I'exécution". Hij verzocht daarom, dat „le maréchal Haig fut mis en demeure de se conformer, sans aucun retard, aux décisions de la conférence de Calais et aux instructions 606

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 28