genwoordiger den Gen. Wilson opgenomen zien, wiens vriendschap
voor Foch met wien hij ook in denkbeelden overeenstemde
reeds van vóór den oorlog dateerde.
Beide staatslieden kwamen voorts overeen, dat Painlevé zoo
spoedig mogelijk naar Londen zou komen om met het Br. Kabinet
te bespreken de uitbreiding van het Br. front en de grondslagen
van vorenvermeld plan, dat daarna aan de andere bondgenooten
zou worden voorgelegd. Zoo hoopte men ten spoedigste tot over
eenstemming te kunnen geraken en z. m. nog voor eind Oct. tot
de instelling van een intergeallieerden Staf te geraken.
Onmiddellijk na terugkomst te Parijs stelde Painlevé een project
op, waarvan de hoofdinhoud de navolgende was: Er zou een inter-
geall. Oorlogsraad worden gevormd door vertegenwoordigers van
de groote mogendheden. Zonder te treden in de bevoegdheden van
de Opperbevelhebbers der verschillende legers, had die Raad tot
taak de algemeene leiding van den krijg te verzekeren. Hij zou
worden samengesteld uit 2 leden van elke vertegenwoordigde
regeering. Een dezer leden zou voorzitter zijn. De Raad moest elke
14 dagen bijeen komen, in beginsel te Parijs. Elke mogendheid
zou aan zijn vertegenwoordigers een militair lid toevoegen. Deze
mil. leden met hunne staven zouden een permanente organisatie
vormen, welke haar zetel te Parijs zou hebben; zij moest alle
inlichtingen verwerken, plannen beoordeelen en coördineeren en
plannen ontwerpen. Voorzitter van deze organisatie zou Foch zijn,
die het bevel zou krijgen over de Fr.--Br. reserves achter het
aansluitingspunt der Fr. en Br. legers.
Dit plan werd voorgelegd aan den Fr. oorlogsraad, waarbij er
de nadruk op werd gelegd, dat het den eersten stap vormde voor
de benoeming van Foch t'>t intergeall Generglissimus. Verschil
lende leden achtten dit plan onvoldoende en verwachtten er minder
een concentratie van inzichten, als wel een meerdere verspreiding
van wil van, dus een verzwakking, instede van een versterking,
van de weermacht.
Juist om de Br. gevoelens te ontzien, had Painlevé gemeend het
plan eenigszins vaag te moeten stellen; aan Lloyd George moest
het worden overgelaten de rol van Foch langzamerhand te ver-
grooten door de opinie in Engeland te bewerken. De Fr. oorlogs
raad zag dit echter niet in en nam juist aan de vaagheid van de
termen aanstoot.
Tenslotte echter kon Painlevé na langdurige discussiën den
Raad tot goedkeuring van het plan overhalen, onder voorbehoud,
dat de redactie nauwkeuriger zou zijn. Den volgenden dag werd
een nieuwe tekst vastgesteld, welke werd aangenomen.
8 Oct. vertrok P. naar Londen. Hier ondervond hij juist tegen
gestelden tegenstand. Lloyd George wenschte minder gepreciseer
de redactie, anders zou hij het plan slechts met belangrijke restric
ties kunnen aannemen. Na de besprekingen, welke 3 dagen
610