duurden, was echter het beginsel aangenomen, zoodat een échec van de conventie uitgesloten scheen. Toen P. 11 Oct. Londen verliet, was overeengekomen, dat zoodra overeenstemming tus- schen de Br. en Fr. Regeeringen over een gemeenschappelijk plan was bereikt, dit als voorloopige tekst zou worden gezonden aan de It. en Russ. Regeeringen en aan die der V. S. en dat daarna ten spoedigste een intergeall. vergadering te Parijs zou worden bij eengeroepen. 10 Oct. had Painlevé ook de goedkeuring van Lloyd George verkregen op de uitbreiding van het Br. front. De moeilijkheden, welke ondanks de reeds bereikte overeenstem ming nog bestonden, waren nog niet geheel uit den weg geruimd, toen de catastrofe van Caporetto plaats had, waarbij het It. front werd doorbroken. Onmiddellijk bood Painlevé 6 Fr. Divn aan den It. Opperbevel hebber aan en gaf hij last tot onverwijld vertrek. Aan Foch verzocht hij naar het It. hoofdkwartier te gaan. „La seule présence auprès du général Cadorna du vainqueur de 1 Yser pouvait, a une heure critique, faire pencher la balance du cöté de la hardiesse, voire de l'apparente témérité, et c'était le salut", zegt Painlevé; Foch ging. Eng. zond 4 div. Deze It. nederlaag maakte de instelling van een intergea'llieerden Oorlogsraad en Gen. Staf dringender, om beter over de reserves over het gezamenlijke oorlogstooneel te kunnen beschikken en de operatiën te coördonneeren. 30 Oct. vertrekt Painlevé met Franklin-Bouillon naar Londen. Hier ondervond hij op 2 punten nog tegenkanting. Lloyd George eischte, dat, waar gen. Wilson aan den raad zou worden toege voegd en Robertson Chef van den Gen. Staf bleef, ook de andere mogendheden als mil. lid iemand zouden aanwijzen, die in het leger niet de functie van Chef van den Gen. Staf vervulde. Vooral Foch, die later Generalissimus moest worden, mocht niet een functie in het Fr. leger vervullen. Nu was Foch juist Chef van den Gen. Staf in dat leger. De vervanging van Foch als zoodanig had in het Fr. kabinet de sterkste tegenstand ondervonden. Even wel voor den beslisten eisch van Lloyd George zwichtte de Fr. regeering. Een ander punt was de keuze van den zetel van den Oorlogsraad. Lloyd George verzette zich tegen de keuze van Parijs als zoodanig, hij wilde, om de Br. gevoelens te ontzien, een plaats dichter bij het Eng. front. Eindelijk werd overeengekomen, dat de raad zijn zetel zou hebben te Versailles. Ten slotte had Lloyd George nog een bezwaar; hij vreesde, dat de aan Foch toe te kennen functie Pétain zou grieven. Om ook dit bezwaar te overwinnen, werd Pétain naar Londen opgeroepen, waar hij 2 Nov. Lloyd George van de ongegrondheid van zijn vrees 611

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 33