stand gekomen eenheid, ook zijn, dat van een vrijwillige samen werking geen sprake meer zou wezen, meer van een lijdelijke medewerking. Door het opvoeren van Duitschland's positie zou men ook geen vermeerdering van het prestige van de O. H. regeering in de binnenlandsche toestanden kunnen verwachten. Integendeel zou zulks de ontevredenen in de kaart hebben gespeeld en zou men de ontevredenheid in de hand hebben gewerkt. Hoewel Bulgarije en Turkije zich voor de officieele erkenning van Duitsch land's leiding hadden verklaard, liet v. F. thans de zaak om voren genoemde redenen rusten. Buig. en Turkije volgden voortaan trouw de D. aanwijzingen en raadgevingen. Na de verplettering van Servië had een hergroepeering plaats waarbij een groote vermenging van troepen van de verschillende landen werd doorgevoerd. Aan het 1ste Buig. leger, op het front meer van Ochrida Monastir. werd een zich op 1 g. plaats be vindend D. det. toegevoegd. Het Xlste D. leger telde 2 D. divn, het Alpenkorps en 1 '/2 Buig. Div. In den aanvang van 1916 bevond O. H. zich in veel verbeterde omstandigheden het behoefde geen rekening te houden met Servië, terwijl het gevaar voor een interventie van Roemenië tot een minimum was gereduceerd. Het wilde daarvan gebruik maken om met Italië af te rekenen en vroeg daartoe aan de D. Opperste Leger leiding 9 O.-H. Divisiën uit Galicië, welke het voor een offensief, voorgenomen van uit Tyrol in Z. O. richting, noodig achtte boven de reeds aan het It. front aanwezige troepen, door D. te vervangen. Dit offensief en het gebruik der D. Divn strookte niet met v. Falkenhayn's inzichten, waarom hij het verzoek afsloeg. Tevens ontraadde hij de Oost. de voorgenomen operatie, daar deze volgens hem geen afdoend succes zou hebben en de D. en O. H. troepen beter op andere wijze zouden kunnen worden gebruikt. De O. H. Opperste Legerleiding gaf voor het oogenblik, althans schijnbaar, toe. ii yj v. F. inzichten brachten hem tot den aanval op Verdun, die van D. de grootste inspanning eischte. Terwijl zijn aandacht door Verdun in beslag werd genomen, onttrokken de Oost. aan het O. front sterke troepen om toch den aanval op de It. uit te voeren. Niettegenstaande de talrijke D. troepen en D. verbindingsoffn werd deze onttrekk.ng niet aan v. F. bekend. Door geruchten vernam hij van ae voorgenomen operatie. Hij beproefde nog haar te verijdelen door van de O. H. Opperste Legerleiding het zware geschut te vragen om dit bij Verdun te doen medewerken. Dit verzoek werd evenwel geweigerd. Een nieuw verzoek onder een anderen vorm zou niet passend zijn geweest. Hij rekende er nu op, dat de O.H. Opperste Legerleiding zich zou houden aan de afspraak, dat geen harer plannen de O.-grens in gevaar zou brengen. Hierin bedroog hij zich, evenals in zijn hoop, dat een onttrekking van troepen aan 618

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 40