het O.-front hem tijdig door de talrijke verbindingsoff. zou worden gemeld. 14 Mei melude de O. H. O. H. L. haar voornemen tot een offensief op het Tyroolsche front van de Etsch tot de Val Sugana. Den volgenden dag reeds ving dit offensief aan. Aanvankelijk met succes. Einde Mei was het midden reeds tot Asiago-Arsiero door gedrongen; de vleugels waren nog ten achter; de r.-vleugel bevond zich n. 1. ter hoogte van Mori, in de vallei van de Etsch, en had dus nog in het geheel geen vordering gemaakt de l.-vleugel was ter hoogte van Strigno in de vallei van de Brenta. De kracht van den aanval was echter reeds uitgeput. 27 Mei moest de O. H. Legerleiding een O. H. Div. van het Xllde legerkorps, dat deel uitmaakte van de Legergroep onder Prins Leopold van Beieren, ter versterking van den aanvalsgroep vragen. Intusschen begonnen de Italianen krachtige tegenaanvallen te doen. Begin Juni werd net duidelijk, dat de O. H. troepen noch verder vooruit konden, noch zelfs zich in de veroverde positie konden handhaven. Zelfs was het de vraag, of men aan de lsonzo waar men ook troepen had onttrokken ten behoeve van den aanval zou kunnen standhouden. Voordat evenwel maatregelen konden worden genomen om uit dezen toestand te geraken, brak op het O.-front de catastrophe los door den op 4 Juni aangevangen aanval van Broussilof, die werd verricht over bijna het geheele front, van de bocht van de Styr, dichtbij Kolki, tot aan de Roem. grens. Onmiddellijk had die aanval groot succes, zoowel in Wolhynië als in Bukowina .O. van Lutzk werd het O.H. front doorbroken en in minder dan 2 dagen was daarin een bres geslagen van 50 K.M. breedte. Het IVde O. H. Leger, dat dit front had bezet, werd vernietigd; slechts enkele kleine onderdeelen ontsnapten. Ook het Vilde O. H. moest zich voor de R. terugtrekken en het was voorloopig niet te voorzien, waar het weder zou kunnen standhouden. Van het 1ste O. H. Leger, dat zich rechts van het IVde bevond, werd de linkervleugel medegesleept in de débacle van dit Leger. Het midden en de r.-vleugel konden evenwel zich staande houden, evenals het Ilde O. H. en het Z. Leger. Alle beschikbare reserven van de zich handhavende fronten, in het bijz. de D. reserves van het Z. Leger en van de Legergroep von Linsingen, werden naar de bedreigde gedeelten gezonden. Evenwel waren de O. H. ver liezen in personeel en materiëel zoo groot, dat het te voorzien was, dat het geheele front in Galicië ook zou bezwijken, indien men niet krachtig werd geholpen door de D. Gebeurde dit niet, dan zou men de petroleum uit die landstreek moeten missen, Hongarije zou door de R. worden overstroomd of Silezië ernstig door hen worden bedreigd. In 2Jde gevallen zoude den Centralen een zoodanigen slag worden toegebracht, dat het niet mogelijk scheen den oorlog dan nog lang te kunnen voortzetten. 619

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 41