bleef een onafhankelijk front. Het werd gesteld onder de bevelen
van kroonprins Karei (chef van den Staf Gen. v. Seekt).
Evenwel voldeed deze maatregel der D. Opperste Legerleiding
niet geheel, omdat eigenmachtig handelen door het O. H.
Opperbevel nog niet uitgesloten was. Men hing nog altijd af van
den goeden wil der verbonden mogendheden. Met het oog op het
gcbeurGe was het noodig van systeem te veranderen. De ernstige
gevolgen van het Tyroolsche offensief had elk vertrouwen in de
O. H. Opperste Legerleiding geheel doen verdwijnen. Het was
noodig om aan het D. Oppercommando een recht van surveillance
toe te kennen, er moest een Opperste Oorlogsleiding worden
geschapen i:: D. handen.
Toen v. F. dit voorstelde, verklaarden Turkije en Buig. zich er
voor O. H. echter opperde de reeds vroeger ook gereleveerde
bezwaren. Na de ondervinding van den laatsten tijd erkende de
D. Opperste Legerleiding het gewicht daarvan niet meer. Ook in
de Dubbel-Monarchie begreep men, dat die bezwaren thans niet
meer te hoog mochten worden aangeslagen en gaf men toe. Einde
Aug. -oerden de gehouden besprekingen eindelijk tot het resultaat,
dat de D. leiding van den oorlog officieel werd aanvaard door alle
verbonden mogendheden.
Verder ging men ook later door met het samenbrengen van onder
deden van de legers der verschillende landen in bepaalde
verbanden, en om D. bevelhebbers op belangrijke gedeelten van
het O.- en Z.-front te plaatsen, om zoodoende nauwere samenwer
king en tevens opvoering van de gevechtswaarde van de troepen
der met D. verbonden mogendheden te bereiken.
Opnieuw had de ervaring de noodzakelijkheid van het vaststellen
van een formeele eenheid van commando aangetoond en was eerst
na bittere ondervinding de fout hersteld, welke vóór den oorlog
was '—.gaan door het verzuim van het regelen van die eenheid.
5. EENIGE OPMERKINGEN n. a. VAN HET 3 DE
WIJZ. BLAD VAN INF. I, door X, Y en Z.
Door eenige officieren werden t. z. de volgende opmerkingen
samengesteld
ad p. 66. De 1ste alinea spreekt van het plaatsen van guides
op de vleugels van het voorste gelid, de 2de alinea zegt:
,,niet ingedeeld kader komt in het opsluitend gelid".
Hieruit zou zijn af te leiden, dat er geen dubbele gs zijn.
Echter de 3de en 4de alinea van dit zelfde punt doen een
ander vermoeden ontstaan. Hier toch is sprake van ,,de guides
zijn comdt van de groep op welker vleugel zij staan en het num
meren geschiedt op co. van den rechter guide van het voorste
gelid" (dus is er óók een in het achterste).
622