635
Voorpostenzone; de noodzakelijkheid van voorposten vóór de stelling, ook
in den bew. oorlog (La défense doit se tenir en garde contre une surprise
ennemie); hun doel (beveiligen en vertragen) en taak worden besproken.
Aangehaald zij: „Mit dem Feuer der Sicherungen schwindet dieUnklarheit
für den Angreifer, daher musz sich der Verteidiger überlegen wann er
das Feuer eröffnen darf. Von Wichtigkeit ist es den Punkt zu erkennen
welchen man dem Feind zu betreten nicht erlauben darf (Balck)."
Als verbinding met de hoofdstelling beveelt Schr. „optische" aan.
Wat het teruggaan betreft, lezen we„Het is practisch ondoenlijk op
het juiste moment te beslissen tot teruggaan. Een dergelijk besluit komt
als regel te vroeg, soms te laat, doch zelden op het juiste moment.
Zulks kan vermeden worden door een andere opdracht, n.l. de aange
wezen plaats hardnekkig te verdedigen. Zoo zegt het D. F. u. G. 357 dat
het al of niet teruggaan van de voorposten afhangt van de „Gesamtlage".
lm Laufe des Kampfes kann ein Wechsel des Verfahrens angezeigt sein.
De beslissing hieromtrent berust bij de Ctn die de V.P. uitzonden. Heeft
men eerst de opdracht gegeven „teruggaan" en zou men die veranderen
willen in „standhouden" dan zal vaak veel nuttige tijd voor het zich
inrichten verloren gegaan zijn. 't Omgekeerde kan beter".
Onder „4" geeft Schr. eenige details en begint met te zeggen: Ook in
den bewegingsoorlog is de voorste lijn een weerstandsstrook van zekere diepte.
Besproken wordt de wijze van inrichting van de voorste linie (afz.
groepjes, nesten) en de sterkte der nesten. Gewezen wordt op hetbelang
van onderlinge flankeering.
„De opstelling moet zoodanig zijn, dat ook bij verkenning uit de lucht
de bezetting weinig opvalt. Een halve maan- of ovaalvorm is geen vorm,
die men veel in het terrein vindt. Wel rechte of kronkelende terreinschei
dingen, randen, paggers enz. dus in het algemeen de hoofdletters l .I. S.T."
Wat het begrip „vak" betreft, zegt Schr.: „In stede van een vak in den
zin van een deel van een gebogen lijn, krijgt nu een afdeeling een vak
in den zin van een stuk terreinoppervlak, ook in den bewegingsoorlog."
Besproken worden vervolgens voor- en nadeelen van loopgraven, daarna
volgt een enkel woord over verband (verb, offn en patrs), waarna het
een en ander over „Verbindingsdienst" komt (dubbele telef. lijnen,
postduiven). Vervolgens wordt besproken de invloed der duisternis,
waarna, onder „IV", volgt: „De aanval tegen de moderne verdediging
(grondslagen, voorbereiding, uitvoering)". We lezen: „Wat den aanval in
den bewegingsoorlog betreft, zoo moet men er op rekenen, dat in korten
tijd loopgraven volledig kunnen zijn gegraven, doch dat uitgebreide
hindernissen en tallooze gedekte onderkomens pas na weken komen";
verder: „Toch moet de oude opvatting losgelaten worden, dat men den
verdediger door een langdurig heftig vuurgevecht binden kan en zoo tijd
wint om gegevens omtrent zijn groepeering te verkrijgen. De leegte van
het slagveld toont niets. De verdediging is er op ingericht niets tetoonen,
en al zal zulks niet altijd gelukken, veel zal men niet te weten komen.
De leiding van den aanvai moet daarom op andere grondslagen berusten".
„Eenmaal een gevechtsopdracht ontvangen hebbende, komt de eigenlijke
aanval der aangewezen inf. afdeeling telkens weder op hetzelfde neer: een
frontaanval op den verdediger, die zich in de aangegeven strook
"meer of minder krachtig te weer stelt," en bovendien: „Ganz verfehlt
ware es, den Entschlusz zum Angriff so lange hinaus zu schieben, bis man
Zutreffendes über Starke und Gruppierung des Feindes weisz. Klarheit in
dieser Beziehung erhalt man fast immer erst nach der Schlacht. (Balck)".
Van luchtverkenning is, volgens Schr., in het gevecht niet veel heil te
verwachten. Gewezen wordt op de wenschelijkheid de hoofdaanval in
iedere strook te doen daar waar de verdediger het zwakst schijnt, doch dat
het daartoe noodzakelijk is ev. flankeering des verdedigers te onderdrukken.
Inderdaad, soms s c h ij n t een bepaalde plek slechts zwak en zou men in
de verleiding komen daar krachtig toe te tasten, doch alvorens zulks te
doen, moet men zich zooveel mcgelijk zekerheid verschaffen, dat de punten,