dan cok onder het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. De protectoraten Tunis en Marokko ressorteeren onder het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Recht op pensioen bestaat voor het Fransche leger na 30 jaren dienst en voor het Koloniale leger na 25 jaren dienst, waaronder 6 veldtochtsjaren, waaronder practisch gesproken dienst in de Koloniën wordt verstaan (de jaren dienst tijdens den oorlog aan 'het Europeesche front gelden ook als „ans de service en cam pagne")- De verplichte diensttijd in de Koloniën, alvorens naar Frankrijk te kunnen terugkeeren, is voor elke kolonie afzonderlijk bepaald, afhangende van klimaat, te vorderen diensten enz. Deze tijd varieert van 1 /2 tot 3 jaar, waarna men aanspraak heeft op een verblijf van 1 a 1 j/2 jaar in Frankrijk, waar de officier wordt inge deeld bij een der Koloniale korpsen of diensten. Zij, die in een ■bijzonderen dienst zijn geplaatst (b.v. bij het Ministerie van Ko loniën), blijven als regel veel langer in het moederland. Op het oogenblik is een wetsvoorstel tot fusie der Infanterie- officieren en die behoorende tot de verschillende diensten (uitge zonderd de Artillerie) van beide legers bij het Parlement in behandeling, omdat de recruteering van het Koloniale leger na den 'oorlog zeer moeilijk is geworden. Het aantal candidaten is verre van voldoende de bevordering, die vóór den oorlog voor het 'Koloniale leger bijzonder goed was, is door de bevordering van vele jonge hoofdofficieren tijdens den oorlog zeer slecht geworden, Izoodat zij bij het Koloniale leger thans langer duurt dan bij het Fransche leger, terwijl voorts de betaling voor de Koloniën niet zoo heel veel verschilt met die van de officieren van het Fransche leger. Onder die omstandigheden is het niet te verwonderen, dat de" prikkel om voor de Koloniën dienst te nemen vrij gering is. •Bovendien moet door een groot gedeelte van de Fransche troepen thans reeds in de Koloniën (Levant, Marokko) dienst worden gedaan om in het te kort aan Koloniale troepen te voorzien. Hoewel dat wetsvoorstel talrijke tegenstanders heeft, vooral onder de officieren van het Fransche leger, is het naar aller meening toch zeer wenschelijk, dat het zal worden aangenomen. Algemeene begrippen. Administratie in tijd van Oorlog. In tijd van vrede is de Minister van Oorlog het verantwoordelijk -hoofd voor de administratie van het leger. Hij oefent zijn gezag 'uit, hetzij op de commandanten der Legerkorpsen (Corps d'Ar- imées), hetzij op de Directeuren van speciale inrichtingen, welke voc rraden bevatten of bepaalde artikelen produceeren voor het geheele leger. De Commandant van het Legerkorps is, onder het gezag van den Minister, het verantwoordelijk hoofd van de administratie van de onder zijn bevelen gestelde troepenmacht. Hij heeft onder zijne bevelen de Directeuren der verschillende diensten (6 in getal, t.w. 658

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 14