Vóór den oorlog bestond de leger-veldbakkerij uit 32 rijdende
ovens van 140 rations. Tijdens den oorlog heeft men die bakovens
echter vervangen door de uit elkander neembare ovens van het
systeem Godelle van 200 rations. Met deze ovens was men in staat
in eene periode van 4 dagen, met 10 overvullingen in 24 uur,
163200 rations te leveren.
Etappendienst. In 1914 bestond een Etappendienst ner Leger. De
tegenwoordige organisatie (n. 1. Etappendienst per groep van
Legers) dateert van 1917. De Directeur van dien dienst is belast
mei het territoriaal-commando in de étappen-zóne en met de
exploitatie der hulpbronnen ten behoeve van de groep van legers,
waarvoor die zone dient. Hij beschikt o. m. over eene Directie der
Etappen-Intendance en over zooveel afzonderlijke Intendances als
noodiCT mocht blijken. Deze hebben tot taak de exploitatie der
zones te verrichten naar de door den Directeur van den Etappen
dienst cegeven bevelen en voorts om de troepen gelegen in de
Etappenzóne, zoomede de doortrekkende troepen van het noodige
te voorzien.
Kleedingvoorziening. De dienst van kleeding en kampements-
o-oederen heeft ten doel de troepen te voorzien van kleeding en
équipementstukken, kampementgereedschap, ameublement en
slaapfournituren.
Tijdens den oorlog werd een verzoek van aanvulling van een
korps ingediend aan de Intendance der Divisie, vervolgens aan
den Generalen-Staf van die eenheid, aan de Directie der
Intendance van het Legerkorps, den Generalen-Staf van het
Legerkorps, de Intendance van het Leger, .de Etappen-Directie
en^ eindelijk aan het kleeding-entrepót. De tijd van doorzen
ding eischte minstens 8 dagen, hetgeen natuurlijk veel
te lano- was. Het ligt dan ook in de bedoeling in den vervolge
alleen "den technischen dienst daarvoor te doen zorgdragen, in
dien zin, dat iedere Divisie-Intendant de aanvragen van zijne
Divisie op een bepaalden datum verzamelt en ze binnen 24 uur
rechtstreeks doorzendt aan den Leger-Intendant, die op gelijke
wijze handelt met de doorzending naar het kleeding-entrepot. Daar
worden de collis gereed gemaakt, van duidelijke adressen voorzien
en verzonden naar de gare régulatrice; die bestemd voor de
geïsoleerde troepen eischen natuurlijk in laatstgenoemde plaats
eene bijzondere sorteering. Vervolgens worden de collis van de
care régulatrice verzonden naar de gare de ravitaillement en
aldaar door de troepenkorpsen in ontvangst genomen. Deze in
ontvangstname leverde tijdens den oorlog nog al bezwaren op
wegens het gebrek aan transportmiddelen bij de korpsen. Men
kwam daaraan tegemoet door de reserve-sectie van de „train
régimentaire" tijdelijk te ontladen en de voertuigen te bestemmen
tol het in ontvangst' nemen der aangevoerde artikelen. De korpsen
moesten tegelijkertijd de versleten goederen afgeven, welke met
670