moeten voldoen in de behoefte aan kleeding voor het leger, doch vanaf 1917 ook in die voor de Marine en voor den dienst van Post en Telegrafie. De hoeveelheid laken, welke voor den oorlog door de Intendance bij de Fransche industrie werd besteld, bedroeg 1.5 millioen Meter per jaar, hetgeen het 1|25 gedeelte vormde van de Fransche productie. Die hoeveelheid bedroeg tijdens den grooten oorlog gemiddeld 2/2 millioen Meter per maand, d. i. dus eene 20 maal grootere hoeveelheid. Dit quantum had echter door de Fransche industrie geleverd kunnen worden, indien niet een groot gedeelte van de spinnerijen en weverijen (ongeveer de helft van het totaal) in handen van de Duitschers was gevallen, doch in de gegeven omstandigheden was zulks niet mogelijk en moest men overgaan tot het nemen van bijzondere maatregelen (n. 1. het monopoliseeren van de geheele resteerende productie ten behoeve van het leger) om de groote moeilijkheden te boven te komen. Bovendien kwam de noodzakelijkheid tot wijziging in vollen oorlogstijd van de uniformkleur, welke na de eerste veldslagen veel te zichtbaar was gebleken, de moeilijkheden nog verhoogen. Wel waren reeds vóór den oorlog proeven tot verandering der kleur genomen, doch het vraagstuk was nog niet definitief opgelost bij het uitbreken der vijandelijkheden. De blauwe kleur werd uitgekozen, doch daarvoor was indigo kleurstof noodig. Eene beperkte hoeveelheid indigo kon in Holland en Zwitserland worden aangeschaft, maar deze was slechts toerei kend voor de behoefte van een jaar. Men toog daarom dadelijk aan het werk om het procédé te vinden tot fabrikatie van syntetische indigo, hetgeen vrij spoedig gelukte, want reeds in 1915 werd te Creil een fabriek voor de vervaardiging van de kleurstof opgericht. De voor de vervaardiging van de bovenkleeding ontbrekende hoeveelheden wol werden van elders betrokken, voornamelijk uit Argentinië, waar de aanschaffingen plaats vonden door tusschen- komst van commissionairs. De totale hoeveelheid in het buitenland gekochte wol bedroeg 149.000 ton. Voor de katoenen goederen en de jute (voor de zakken) werd nagenoeg hetzelfde systeem gevolgd, als hiervoren voor de lakenfabrikatie is aangegeven. Zoo men weet, is de bovenkleeding der Fransche troepen ver vaardigd van laken van eene lichtblauwe kleur (bleu horizon) en van de koloniale troepen van khaki kleur. Evenwel is een wets voorstel aangenomen, om aan alle troepen de khaki kleurige uniform te verstrekken, omdat deze kleur tijdens den oorlog de beste is gebleken te zijn. De khaki kleur is dan ook door nagenoeg alle lexers als de uniformkleur aangenomen. De in de magazijnen voorradige hoeveelheid blauw laken is echter zoo groot, dat het Voor de andere aanschaffingen, bv. van graan, bevroren vleesch enz. werden commissiën, waarin een Int. off. zitting had, naar het buiten land gezonden. 674

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 30