Reims met een ontruiming van het terrein tot de grens van het
vernielingsvuur.
Naar aanleiding van de gevechten 1518 Juli maakte Luden-
dorff de volgende opmerkingen: „In het systeem van elastische
verdediging met een ijle bezetting van het terrein, is het niet altijd
mogelijk den vijand te beletten in de voorste liniën binnen te
dringen, vooral wanneer hij verrast, zooals op 18 Juli. Maar,
aangezien niet wordt gestreden voor het behoud van een strook
gronds, heeft dit binnendringen geen beteekenis, indien slechts
de verdediging over voldoende diepte is geéchelonneerd.
Men moet van de oude denkbeelden afstand doen, op het juiste
oogenblik de voorste liniën ontruimen, zoodra de omstandigheden
dit eischen, en er van af zien om ze te heroveren. Dit leidt slechts
tot nieuwe verliezen.
Wanneer een groote aanval dreigt, kan men in bepaalde om
standigheden doen, hetgeen de Fr. hebben gedaan op 15 Juli, n. 1.
zonder gevecht een diepe terreinstrook ontruimen, zelfs over
eenige K. M. diepte. Het bezit van enkele honderden M. meer of
minder doet weinig ter zake. Men verdedigt niet doode loopgraven,
maar men moet den vijand nadeel toebrengen. De verdediging
moet niet star zijn, door de troepen in massa's aan te wenden,
maar integendeel bestaan uit een menigte kleine, partieele gevech
ten, aanvallend en met gebruik maken van de vuurkracht van mitr.
geweren, mijnwerpers en geschut.
In den laatsten tijd wordt weder beweerd, dat het niet noodig
is om de verdediging te versterken door loopgraven enz. Zelfs is
men gaan zeggen, dat de aanval op een niet versterkte stelling
moeilijker is dan die op een versterkte. Die denkbeelden moeten
met alle kracht worden bestreden.
De onderaardsche onderkomens hebben natuurlijk zeer groote
waarde.
Maar men kan niet genoeg loopgraven maken, noch genoeg
ijzerdraadversperringen, wanneer een aanval aanstaande is. De
loopgraven zijn noodig voor het aanvoeren van troepen en munitie,
voor de verpleging, en als verdedigingsmiddel. Indien er geen
loopgraven zijn, vermindert de offensieve kracht der in het gevecht
gebrachte troepen zeer snel, vooral bij ongunstige atmosferische
invloeden.
Hindernissen bieden steeds den besten waarborg tegen eene
verrassing. Het is buiten twijfel, dat terrein, voorzien van loop
graven en hindernissen, gemakkelijker te verdedigen is, dan terrein
dat niet daarvan is voorzien. De laatste gevechten hebben dat
opnieuw getoond.
Maar de beste beginselen verliezen hare waarde, als de waak
zaamheid en de offensieve kracht van den troep onvoldoende zijn.
Als het den vijand, zooals op 18 Juli, gelukt over een breed front
diep door te dringen, dan bewijst dit, dat die hoedanigheden niet
699