een rivier-overgang komen nog andere factoren in het spel, nl. de voorbereidingen ten behoeve van het dekken van den overtocht gemaakt. Van dergelijke voorbereidingen is hier geen sprake: het wegslaan van de brug was een onverwachte tegenvaller voor den colonne-comdt. Toch moet ook in 'een geval als dit nagegaan worden, wat de hoofdmacht kan doen tot ondersteuning van de voorhoede. Welke verbinding bestaat er tusschen voorhoede en hoofdmacht? Is het mogelijk geworden een telefoonkabel over de rivier te spannen? Bestaat er optische seinverbinding? Kan een enkel schriftelijk bericht, bevel worden overgebracht met behulp van een bamboevlot? Kan de art. der hoofdmacht medewerken aan de verdediging van het bruggehoofd? Is het mogelijk bergart., zonder dieren, over te krijgen voor dat de brug klaar is? De voorhoede-cdt is natuurlijk voortdurend op de hoogte ge bleven van de vorderingen van den brugslag. Hij heeft tegenover den opdringenden vijand de verdediging kunnen voeren en op het oogenblik, dat het 3e Baton van zijn Regt ter beschikking is geko men, kan hij tevens weten, welke deelen van de hoofdmacht zullen volgen en over hoeveel tijd. Daarna zal de hoofdmacht zelve kunnen ingrijpen. Deze heeft ruimte noodig. De brug mag niet komen onder het gericht vuur van 's vijands art.; diens waarnemers mogen dus de brug niet te zien krijgen, noch de aangrenzende terreingedeelten. De versterking met een Bat. (de helft van de aanvankelijke inf. sterkte der voorhoede) is voor den voorhoede-cdt een zeer belang rijke en er is, nu de brug over eenige uren gereed zal zijn, dan ook o. i. alle reden voor hem om over te gaan tot een krachtig offensief tegen den opdringenden vijand, in de wetenschap, dat de uitwer king daarvan zich zóó lang zal doen gevoelen, als noodig is om de hoofdmacht gelegenheid te geven in te grijpen, terwijl hij daarmede tevens beoogt de hoofdmacht de noodige ruimte tot ontwikkeling te geven. De verhouding van den tijd, noodig voor den opmarsch van de hoofdmacht en den tijdwinst verkrijgbaar door vertraging van 's vijands voorwaartsche beweging, valt uit ten gunste van een offensief, een tegenaanval. Ten aanzien van de gegevens zij opgemerkt, dat vragen, of al dan niet aangenomen mag worden, dat de voorhoede-cdt zoolang zonder verbinding met de hoofdmacht blijft, of waar zich de A. B. zou bevinden en of deze mèt het Bat. geen orders had medegege ven, zooals toch het velddienstvoorschrift vordert, misschien over wogen kunnen worden door wie zelf een onderstelling ontwerpt, (elke onderstelling geeft tot dergelijke vragen aanleiding), doch zij kunnen, als niet tot de gevraagde oplossing bijdragend, veilig ongedaan blijven. In het concrete geval thans de kaart beziende, zie I.M.T. '23 No. 6, blijkt uit de hoogteverschillen en de begroeiing voldoende, dat er 705

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 61