hoeve van de Topographische werkzaamheden der afdeeling; artillerie. Men scheer, over veel munitie te kunnen beschikken, want zuinig heid werd niet betracht. Hoewel aan de school het grootste gedeelte van den tijd besteed was aan de beoefening der nauwkeurige voorbereiding viel het op, dat in het kamp hoofdzakelijk de nadruk gelegd wordt op het vuren zonder topographische voorbereiding, enz. De oorzaak er van is denkelijk te zoeken in de omstandigheid, dat in den kaatsten tijd in de tijdschriften van verschillende zijden stemmen zijn op gegaan tegen de wijze van opleiding tot vuurleider aan de school, welke de leerlingen verlaten met het denkbeeld dat alleen met de nauwkeurige voorbereiding het mogelijk is te vuren. Moge dit voor de zware artillerie zeer gewenscht zijn, Voor de veldartillerie echter zullen de eenvoudige en vlugge methoden, uitgaande van de ge gevens die de kaart oplevert en zonder topographische voorberei ding, de voornaamste wijze van in de richting brengen en voor het bepalen der eerste gegevens voor de vuuropening uitmaken. Met dit principe gaan alle door mij hierover geraadpleegde Artillerie officieren accoord. Hierop wordt bij het onderwijs onvoldoende de nadruk gelegd en in de Revue d'Artillerie October en December '21 werd respectie velijk op ernstige en humoristische wijze op dit euvel gewezen. Men zag dan ook bij de schietoefeningen luitenants, die den geheelen oorlog als officier hadden medegemaakt, zeer grove fouten maken bij de beoefening der eenvoudige methoden. Men dient echter aan den anderen kant niet uit het oog te verliezen, dat door de nauwkeurige technische voorbereiding het mogelijk is zonder voorafgaand inschieten, al dadelijk bij de eerste vuuropening uitwerkingsvuur af te geven, hetgeen het groote tacti sche voordeel van ,,de verrassing" mogelijk maakt. Zonder hier in de bijzonderheden der schietregels te willen door dringen zij vermeld, dat het principe der vuren (juistheidsvuren uitgesloten) vrijwel altijd is het vuren op een zone, welke men insluit tusschen 4 en 4 (-f-) schoten; dat men de springhoogte regelt door eerst te trachten 50% aanslagen en 50% springpunten te krijgen, theoretisch dus springpunt 0. Dat men z.m. vooral met de 75 tracht ricochetvuur af te geven, waarbij men rekening moet houden met de omstandigheid, dat het hoofdprojectiel is de obus explosief. Eigenaardig is het feit, dat men noch op het schietterrein te Fontainebleau noch te Mailly waarnemingsposten opstelt om de waarnemingen van den vuurleider te controleeren. Waarnemingsoefening uit een kabelballon. Stijghoogte 700 M. leder leerling vertoefde 10 minuten in de ballon; als de theoretisch beste stijghoogte werd beschouwd 1500 M. daar men dan op 15 K.M. (in den oorlog meestal niet meer dan. 726

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 16