d. Professor Tchernoff zegt: Het inwendige der ziel bevindt zich
onder een temperatuur van 2000° C. en een druk van 2000 a 3000
atmosfeeren. Zoodra het projectiel de monding verlaten heeft, vindt
plotselinge afkoeling plaats, de staaldeeltjes zetten zich dus her
haaldelijk buitengewoon uit om snel in te krimpen, waardoor zij
zich scheiden en barstjes ontstaan; de slijtage zal sterker zijn op
de velden daar deze het meest in de gasmassa gedompeld zijn.
Wat de oorzaak nu moge zijn, de ervaring leert dat de slijtage
van enkele factoren afhankelijk is en wel:
ci. hooge temperaturen bevorderen de slijtage.
b. hoe grooter op een zeker punt in de ziel de snelheid van het
projectiel is des te g e r i n g e r is de slijtage, daar de gassen van
hooge temperatuur daar korteren tijd van inwerking hebben.
c. slijtage neemt toe met den gasdruk.
d. eveneens met de vuursnelheid.
e. eveneens met het kaliber van den vuurmond.
De slijtage van de monding wordt nog verklaard op de volgende
wijze door M. Bourgoin.
Het gedeelte der lange kanonnen dat zich voor de tappen bevindt,
buigt onder den invloed van zijn eigen gewicht door (b. v. het
kanon van 340 L|45 ongeveer 10 mM.). Als het schot afgaat, zal
het projectiel het gebogen gedeelte plotseling trachten te strekken,
waardoor trillingen van de loop het gevolg zijn; de beweging zal
het sterkst zijn aan de monding.
Het projectiel zal door eigen gewicht deze beweging tegenwerken
en het kanon door wrijving doen uitslijten.
Om de slijtage te verminderen, behoort men, behalve door het
materieel van den loop te verbeteren, nog verschillende maatre
gelen te nemen, en wel:
1. Zoo gering mogelijke vuursnelheid.
2. Zwakste lading.
3. Z. m. na elk schot de loop wisschen en invetten.
4. Het kanon na een zeker aantal schoten doen uitvallen, wis
schen, afkoelen en invetten.
5. Elk projectiel vóór den kr. band invetten.
B. Aankopering.
De koperaanzetting in den loop na eenige schoten is van zeer
grooten invloed op de veranderingen in de ziel en op de juistheid
van het schot.
De aanzetting op de monding is van geen invloed, daarentegen
die bij het begin der trekken heeft ernstige gevolgen. Onder den
invloed van de wrijving van het projectiel bij het begin zijner
beweging en onder de werking van de hooge temperatuur dei
gassen, worden kleine koperdeeltjes van den koperen band gerukt,
en met groote snelheid tegen de wanden van de ziel geworpen.
Deze koperdeeltjes zijn naar gelang van de temperatuur hetzij in
gesmolten, hetzij in vasten toestand. Zij bedekken het staal van