c. Alleen de munitiën verschieten die voorgeschreven zijn voor den vuurmond en ze slechts gebruiken onder de omstandigheden in de schootstafels vermeld. d. De stukken slechts gebruiken zooals is voorgeschreven. De sterke uitzettingen ontstaan door het springen van het projectiel in den loop, waardoor deze zelfs kan springen en wel meestal in de lengte. Tot slot moge vermeld zijn welke voorzorgen noodig worden geacht om beschadiging van de kanonnen te voorkomen. Ie. Herhaaldelijk de ziel nazien zoowel voor, gedurende, als na het vuur. 2e. Strikte opvolging der gegeven voorschriften voor het onder houd en de bediening van het kanon en het gebruik der ladingen. 3e. Gebruik van gereinigde en vóór den kr. band ingevette pro jectielen. 4e. Gebruik van de kleinst mogelijke lading. 5e. Nauwgezet onderhoud van reinheid der ziel die eigenlijk na elk schot gewasschen en ingevet moet worden. 6e. Herhaaldelijke afkoeling van den vuurmond door wisschen met water. 7e. Met oordeel de vuursnelheid kiezen en afwisselend de stukken der batterij doen uitvallen; gedurende deze rust overvloedig wisschen en invetten. 2. ONTWIKKELING VAN DE DENKBEELDEN OMTRENT HET INRICHTEN VAN STELLINGEN, door H. G. (vervolg) Het bij het uitbreken van den oorlog geldende Fransche regle ment schreef voor het aanleggen van gesloten werken voor com pagnieën, van kleine loopgraven voor 1 sectie of minder (dus geen doorloopende loopgraven) met ruim uitzicht en schootsveld, daarbij goed gemaskerd. Evenals bij ons gold het beginsel: ruim uitzicht, zonder zelf te worden gezien. Wel waren er reeds vroeger enkelen geweest, die met het oog on de evenwel door hen overschatte uitwerking van het artillerievuur en mitrailleurvuur den aanleg der versterkingen op de achterhelling van heuvels enz. hadden aan bevolen en een gering schootsveld voor de infanterie voldoende achtten, althans aanvaardden, maar die denkbeelden hadden slechts weinig aanhangers. Eerst gedurende den oorlog werden zij toe gepast, toen aan de artillerie een andere taak werd toegekend dan vóór den oorlog, n. 1. het vernielen van verdedigingswerken instede van een optreden tegen levende doelen in de eerste plaats, en als gevolg daarvan de in gevecht gebrachte artillerie hoe langer hoe 0. Zie 1. M. T. 1923. No."10. 750

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 42