sterker werd, zoodat die werken aan de waarneming en aan het
artillerievuur moesten worden onttrokken, terwijl aan den anderen
kant de verdedigende artillerie eveneens krachtiger werd en aan
haar de bestrijding van de nadering van den aanvaller beter kon
worden opgedragen en het gebruik van mitrailleurs voor flan-
keerend vuur toenam.
Ook de Franschen kenden een hoofdstelling, vóór welke voor
troepen vooruitgeschoven stellingen bezetten.
Daar, toen de krijg overging in een stellingoorlog, de beide
partijen vaak minder dan 200 M. van elkaar verwijderd waren,
was van voorstellingen natuurlijk geen sprake. Daardoor stonden
de Franschen ook 00 het standnunt van slechts ééne stelling, waarin
de strijd werd gevoerd.
Zoolang men nog slechts met infanterievuur en vuur uit veldge-
geschut had rekening te houden, bood de gevechtsloopgraaf vol
doende dekking. Met het toenemend gebruik van steil invallend vuur
moesten overdekte schuilplaatsen meer worden toegepast. Deze
werden zooveel mogelijk buiten de loopgraven aangelegd.
In November 1914 gaat men over tot het Duitsche systeem van
doorloopende loopgraven, aangelegd in drie liniën op 200 M.
achter elkander, met een groot aantal zijweren, onderling door
naderingsloopgraven verbonden.
De korte, niet samenhangende loopgraven zijn goed in den be
wegingsoorlog, wanneer een aanvaller zich reeds op grooten
afstan^ ontwikkelt en langzamerhand terrein wint, en de gelegen
heid to. nauwkeurige verkenning ontbreekt. In den nu aangebroken
stellingoorlog evenwel lagen beide partijen gedurende geruimen tijd
op zeer korten afstand tegenover elkander, waarvan gebruik werd
gemaakt tot zorgvuldige verkenning. Daardoor werden de plaatsen
van de verdedigingsinrichtingen bekend en kon de vijand ziin artil
lerievuur daarop concentreeren. Door de nu onvoldoend verdedigde
en afgesloten intervallen konden de Duitschers doordringen en de
Fransche loopgraven omsingelen. Tn deze omstandigheden was het
systeem van doorloopende loopgraven veel beter, daar het de
Duitschers dwong tot vuurverdeelen.
Om meer dekking te verschaffen bij het verkeer worden de loop-
craven tot 1,90 M. verdiept. De uitkijkposten worden overdekt.
Schietgaten worden gemaakt en in de borstweringen vele munitie
nissen.
De stalen schilden, welke worden gebruikt, blijken niet zwaar
genoeg tegen de S. kogels der Duitsche geweren, zoodat men ertoe
over gaat schermen te maken van twee schilden, waartusschen
aarde.
Het beginsel van flankeerend vuur wordt hoe langer hoe meer
toegepast.
In een instructie van de Fransche legerleiding van October 1914
wordt een type van onderkomen aangegeven, dat ondanks alle
751