terrein heeft m. i., een paar ernstige bezwaren tegen zich. Aller eerst wordt hierdoor dc logische ontwikkeling van het onderricht verbroken. Immers men zou dan eerst den man leeren zich steeds te dekken, voortdurend er op uit te zijn gebruik te maken van het terrein. Daarna, overgaande tot het elementair onderricht der sectie zou de man zich weer een tijdlang van het terrein niets behoeven aan te trekken. Dit is in strijd met een geleidelijke uitbreiding van het onderwijs, wat juist bij recrutenopleiding van zoo buitenge woon groot belang is. Ik zie niet in hoe de man gedurende het onderricht bedoeld in de punten 118 tot en met 125 leert begrijpen waar het om gaat, n.l. waarvoor het oplossen in brigades en groepen dient. Immers de man leert hierin slechts zich ter plaatse en in beweging zijnde te dekken en van het terrein gebruik te maken tot ondersteuning van zijn geweer. Het begrip van het nut van oplossen en verspreiden krijgt de man eerst zoodra het onderwijs gevorderd is tot pt 127 e.v. Ad pt 108. Ik kan mij moeilijk een geval indenken waarin het noodig zou kunnen zijn het uitbreiden en aansluiten te verrichten op een der middengroepen. Hfdst. 3 moet slechts bevatten het strikt noodige en dan nog in een zoo eenvoudig mogelijken vorm. M. i. kan nu het denkbeeld van de stellers van het artikel noch op noodzakelijkheid berusten, noch op eenvoud bogen. Ad pt 109 (3); 113 Opm. 2. Mij lijkt hier gewenscht een vast houden aan pt 109 (3). Immers blijft de gr. ct. steeds aan het hoofd der gr. zoo is aan den staart der sectie geen kader aanwezig, wat met het oog op eventueele uitvallers toch gewenscht is. Hoe stellen de schrijvers van het artikel zich de handelwijze van het kader voor bij rechtsomkeert maken? Bovendien is het voorgestelde m. i. niet eenvoudig voor de man schappen, die er aan moeten wennen dat het kader een vaste plaats heeft. Het is dan ook gewenscht in Opm. (2) bij pt 113 de woorden „kader en" te doen vervallen. Ad pt 113. Dit punt geeft aanleiding tot een gedwongen en om slachtige wijze van werken. Er zijn, indien men aan het reglement wil voldoen, twee mogelijkheden. De s. ct. kan zich voor de r. br. plaatsen. Doet hij dit echter niet dan is de eenige oplossing, die in overeenstemming is met het reglement dat, nadat de brs ver zameld zijn, de r. br. geleid wordt naar den s. ct. waar dan de 1. br. zich voor haar plaatst. Zou het mede met het oog op pt 109 (1) niet het meest practisch zijn om te bepalen „altijd wordt verzameld naar rechts"? Slotopmerking. Het verspreiden in een aangegeven lijn bestaat niet meer. Echter kan hetzelfde resultaat bereikt worden met behulp van pt 97 c. Het is dan echter een vereischte dat de marschrichting der sectie ongeveer loodrecht staat op de in te nemen lijn. 768

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 60