1926 85,000,000
1927 71,000,000
773
Voor den aanbouw van groot en klein materieel (II 1,2) zijn voor de
volgende jaren de hierna te noemen bedragen bestenul:
Groot materiaal Klein materieel
1924 40,000,000 70,000,000
1925 14,000,000 96,000,000
Voorts is tot 1930 nog een bedrag van 100,000,000 yen uitgetrokken
voor andere uitgaven ter versterking van de vloot, waarvan 33,000,000
voor werven en arsenalen, 48,000,000 voor verbeteringen aan schepen,
2,000.000 voor radio-installaties op schepen. Tot 1927 zal hiervan reeds
75,000,000 zijn verwerkt.
III. Suppletoire begrooting, totaal 2,063,340 yen, waarvan een bedrag van
1,760,608 yen is bestemd voor uitkeeringenin eens aan hen, die, in
verband met de vermindering van personeel bij de vloot, den dienst
zullen moeten verlaten.
9. ORGAAN DER N. I. O. V. SEPTEMBER en OCTOBER
September nr. F. Treffers zet zijn artikel „De Infanterie in buitenland-
sche verhandelingen en reglementen" voort. Van de „Uitvoering" (van den
aanval) worden besproken: de voorwaartsche beweging, het gebruik der
zware mitrailleurs en de naderingsvormen van de compagnie en het bataljon.
Voorts behandelt Schr. de munitieaanvolling, de organisatie der infanterie,
de opleiding van den enkelen man en het kader en de oefening der ver
schillende onderdeelen.
Het overzicht, dat hiermede ten einde is, geeft een goed beeld van de
verscheidenheid van infanteristische vraagstukken, welke de oorlog heeft
opgeworpen.
De Kapitein der Intendance Waal geeft een overzicht van het menage
stelsel, zooals het was, is en waarschijnlijk zal worden. Moge dit vraag
stuk spoedig ophouden, er een te zijn.
Volgt een artikel over „Politiek en Strategie bij de Engelsche expeditiën
in Mesopotamië", door F. A. Schulte. Wij halen daaruit aan het oordeel
van generaal Townsend over de organisatie van de tegen de Turken in
het veld gezonden Britsch-Indische troepen: „My experiences in this
campaign have convinced me that the proportion of one British battalion
to three Indian ones per brigade of an Indian division of three brigades
is dangerous in warfare under modern conditions with a civilised army,
organised, trained and armed as well as we are. I suggest that a far
better system than the present one would be to have three homogeneous
brigades in a division, one all-British brigade under a B. I. Br. G. and
two Indian brigades of four Indian battalions each." Nog beter acht de
generaal 2 Britsche en 2 Indische bataljons per brigade. De Turksche
propaganda schijnt niet zonder invloed te zijn geweest op het gedrag der
Mohamedanen onder de Indische troepen.
Onder het hoofd „Uit de oude doos" geeft T. o. a. den inhoud van een
uit den Militairen Spectator van 29 Januari 1832 opgediept artikel, getiteld
„Promotie", dat in keurigen stijl vertolkt, wat A. D. 1923 in veler hoofden
omgaat. Voorts brengt Schr. in het bijzonder onder de aandacht van de
artilleristen een brief van Generaal de Creuznach dd. 25 December 1753,
gericht aan de „Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen" te Haarlem,
ter gelegenheid van zijne benoeming tot lid van dat Genootschap uithoofde
van zijne verdiensten.
„...en ik en leer en studeer nog dagelijx", zegt de Generaal, „niet om
tot een onmogelijke perfectie, maar tot meerdere bequaamheid in 's