780 een collectieve kracht, die de individueele gevoelens vervangt. Het opwekken en onderhouden van een goeden korpsgeest is zaak van den commandant, hulpmiddelen zijnverschil in uniform, de kennis van de krijgsgeschiedenis van het korps en de recruteering voor het korps. Na zijn theoretische beschouwingen gaat de schr. over tot de behande ling van het moreel van het Fransche leger in den loop van den oorlog. Bij de mobilisatie heerschte er groot enthousiasme en, tengevolge van het vlotte verloop, groot vertrouwen. Ook de wetenschap dat Engeland zou helpen deed het moreel stijgen. Daarbij kwam de haat tegen de Duit- schers. Maar weldra deden verschillende oorzaken het moreeï zakken. In de eerste plaats de geweldige kracht die Duitschland bleek te ontwikkelen, dan de algemeene terugtocht, zware verliezen en opeenvolgende tegensla gen tengevolge van een te sterk doorgevoerd offensief a outrance, zelfs tegen zwaar versterkte stellingen, zoodat menige aanval doodbloedde tegen mitrailleurs en prikkeldraad. Dan komt de Marne en plotseling keert alles ten goede. Het leger ziet dat de Duitschers niet onoverwinnelijk zijn, het voelt zijn zelfvertrouwen herleven, het moreel stijgt weer tot groote hoogte. Maar in stede van het einde van den oorlog te zien komen moet de soldaat den winter in de loopgraven doorbrengen, in dikwerf allertreurigste omstandigheden. Maar toch weet hij die teleurstelling te boven te komen, zijn wil om te winnen is krachtig genoeg om hem door die moeilijke tijden heen te helpen. De mislukte pogingen om door het Duitsche front te breken, van Mei 191? tot Februari 1916 dooven zelfs het vertrouwen in den goeden afloop niet. Dan komt de periode waarin aller oogen en harten zich wenden naar VERDUN. Hiervan zegt de schr. „Sublime épopee. Un futur Victor Hugo chantera en des vers magnifiques Ia plus belle chanson de gestes franqaises. Verdun. Ton nom sacré a répandu dans le monde entier Ie prestige et la gloire de la France''. Geen wonder dat in dat tijdsverloop het moreel van het Fransche leger uitstekend was. Maar dan volgt de periode van April 1917 tot Maart 1918. De hoop was opgewekt dat eindelijk de groote slag geslagen zou worden, men zou nu met inzet van alle krachten een einde aan den oorlog maken Maar de vijand is ook nog sterk, al had men verzekerd, dat hij op was. Hij weet den grooten aanval af te slaan en gaat zelfs tot den tegenaanval over. Toen was het met het moreel van het Fransche leger uit. Zeer ernstige dingen zijn er toen gebeurd, ziekmelden op groote schaal, dienstweigerin gen, oproerigheid. Twee mannen hebben toen volgens den schr. Frank rijk gered, door het moreel weder op te heffen met zeer krachtige mid delen. Pétain wat betreft het leger en Clémenceau wat betreft het land zelf. De eerste zorgt persoonlijk dat alles wat mogelijk is gedaan wordt om de soldaten weer in het rechte spoor te brengen, hij snelt in zijn auto het gansche front langs om zich op de hoogte te stellen, strenge orders worden gegeven opdat de chefs zich ten volle wijden aan de belangen van hun ondergeschikten, omgekeerd wordt met krasse maatregelen de wankele discipline hersteld. Clémenceau zuivert Frankrijk van de roode en andere défaitisten. (Dat ook daarbij zeer krachtig werd opgetreden is welbekend). De krachtige grijsaard heeft met wonderbaarlijke geestkracht Frankrijk „geassaip.eerd". Bovendien kwam toen langzamerhand de Ameri- kaansche hulp in het zicht en het slot was dat de Franschen, toen het groote voorjaarsoffensief van de Duitschers begon, weer genoeg geest kracht hadden om de geweldige doorbraakpoging, die de uiterste inspan ning van Duitschland vormde, tot staan te brengen. Ook de tweede poging der Duitschers mislukte en verkeerde in het groote tegenoffensief, dat den oorlog beëindigde. Bulletin Beige des sciences militaires. Augustus. In dit nummer komt een belangrijk artikel voor over den steun door mitrailleurs te geven aan de aanvallende inf., waarin de schr. twijfel uitspreekt over de wijze waarop voor het B. leger het gebruik van de mitr. cien is geregeld. Hij zou lie ver hetzij de D., hetzij de Fr. indeeling ingevoerd zien en staaft zijne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 72