Education physique. Voor de gymnastische oefeningen wordt
over een groot oefeningsveld beschikt, waar wordt geoefend volgens
het Fransche stelsel, oorspronkelijk van d'Amoras (17701848)
■en door gebruikmaking van den vooruitgang der wetenschap ver
beterd door Hébert, lieutenant de vaisseau, professeur Demeny,
professeur Racine, etc. en welk stelsel gevolgd wordt door de Ecole
de Joinville.
In het leger is de lichamelijke opvoeding als volgt georganiseerd.
Ie De directie: de Sous-Chef d'Etat Major Général met de
„section d'instruction physique du ministère".
2e. Inrichtingen tot het vormen van bevoegd personeel voor het
geven van onderwijs en onderricht en wel de Ecole de Joinville met
onderafdeelingen.
3e. Een exploitatiedienst. In elk legerkorps is een Kolonel of
Luitenant-Kolonel hiermede belast; in elk der onderafdeelingen
hiervan is een officier met 15 a 30 moniteurs (onderofficieren-
instructeur) belast met het geven van instructie zoowel aan de
militairen der korpsen alsook aan het burgerlijke element op
scholen, colléges, lycées, fabrieken, vrijwillige gezelschappen, etc.
Aan de school wordt gelegenheid gegeven zich te oefenen in
voetbal, rugbyvoetbal, korfbal, lawntennis, onder leiding van daar
toe bevoegde instructeurs.
Aan het einde van het cursusjaar werd een sportfeest gegeven.
Ad C. Studiereizen en bezoeken.
De door mij bezochte fabrieken geven een voorstelling, over
welke industrieele ondernemingen Frankrijk kan beschikken in
geval van oorlog. De verschillende inrichtingen werken nu hoofd
zakelijk voor vredesdoeleinden, doch vervaardigden gedurende den
wereldkrijg met een zeer sterk uitgebreid personeel oorlogswerk
tuigen. Onder de schoonste inrichtingen door Frankrijk na den
oorlog verkregen mag zeker gerekend worden les Usines de Rombas
(voorheen Rombecher Huttenwerke)
Zeer interessant was het bezoek aan de slagvelden van Verdun;
de verwoestingen in de verschillende forten veroorzaakt door het
artillerie-bombardement waren geweldig groot, enkele forten waren
daardoor geheel en al verdwenen. Bezocht werden de forten Vaux,
Tavannes, en Douaumont alsook de stellingen op den Morthomme.
Uit historisch oogpunt werden tevens ter vergelijking de slag
velden uit den oorlog 1870j'71 bezocht en wel St. Privat, Mars la
Tour, Armanville. Vionville, Rezonville, etc., waarbij door een staf
officier de gevechten op het terrein zelve werden behandeld.
Ter vergelijking met de Fransche verdedigingswerken werden
bij Metz eenige oorspronkelijke Duitsohe forten der verschillende
verdedigingsgroepen bezocht, o. a. in de groupe fortifié de Driant.
In deze forten was hoofdzakelijk opgesteld geschut ter flankeering
der liniën. De inrichting was tot in de kleinste kleinigheden ver-
719