voornamelijk met artillerie; en waardoor de commandanten der
onderdeden gelegenheid hebben de ondersteuningstroepen en vak-
reserves te gebruiken om tegenaanvallen uit te voeren.
Het moet mogelijk zijn, zoowel in de eerste stelling te strijden
als het gevecht af te breken om den vijand in het loopgraafvrije
terrein aan te grijpen.
De divisie-reserves moeten gereed zijn voor tegenaanvallen of
tegenstooten in richtingen, tevoren uitgekozen.
In het gevecht moet niet de eerste linie worden versterkt door
verdichting, maar de reserves moeten worden versterkt.
Wordt de hoofdstrijd gevoerd in de 2de stelling, dan moeten
de veiligheidsbezetting en de ondersteuningstroepen toch de le
verdedigen.
De'hoofdlinie is de weerstandslinie; de keuze hangt af van den
A. B. Zij moet de belangrijke waarnemingsposten dekken, krachtig
door de artillerie kunnen worden gesteund en zoo goed mogelijk
gemaskeerd zijn; de onderkomens er in moeten ondiep zijn.
Achter deze hoofdlinie bevindt zich op 200 M. afstand de
linie der ondersteuningstroepen; daardoor ligt zij buiten de spreiding
van het op de hoofdlinie afgegeven vuur, kan niet bij verrassing
van de hoofdlinie daarmede tegelijk worden veroverd en ligt op
goeden afstand voor een tegenstoot. De onderkomens zijn zwaar,
bomvrij, beveiligd tegen verrassingen, terwijl op korten afstand
er van een andere linie kan worden aangelegd.
De linie der reduits is tevens beveiligingslinie voor de artillerie.
Vóór de hoofdlinie bevinden zich de veiligheidstroepen, in een
doorloopenden loopgraaf of als een reeks van op zich zelf staande
posten
Hier zien we dus nog altijd het oude idee toegepast ook daar,
waar de afstand tusschen beide partijen groot was.
Het jaar 1918 is aangebroken. De Duitschers verrichten hun
eersten grooten aanval in Maart, die de Engelsch-Fransche liniën
doorbreekt.
19 April schrijft Foch voor de hardnekkige verdediging van het
terrein door middel van veelvuldige, in de diepte geëchelonneerde
verdedigingswerken en met behulp van een machtige artillerie.
De 2de stelling moet slechts zwak worden bezet.
In een rondschrijven van April 1918 worden de volgende begin
selen uiteengezet.
1. De weerstand moet in de diepte worden geëchelonneerd, de
vuurkracht moet zoo hoog mogelijk worden opgevoerd. Het terrein
wordt verdeeld in „zones actives", bezet door gevechtsgroepen
en „zones passives", welke alleen worden bewaakt en voorzien
van hindernissen, welke krachtig onder vuur kunnen worden ge
houden. De gevechtsgroepen worden schaakbordsgewijze geplaatst,
waardoor het binnendringen van den aanvaller bemoeilijkt wordt
en de groepen elkaar krachtig kunnen steunen,
794