2. Elke troep moet zijn standplaats hardnekkig verdedigen, zelfs
al is hij omringd.
3. Deze weerstand in de diepte mag niet worden beschouwd als
een terugtrekkend gevecht. Zelfs de veiligheidstroepen kunnen hun
taak vaak niet anders vervullen dan door hardnekkigen tegenstand
ter plaatse, waardoor de reserves gelegenheid krijgen in te grijpen.
De troepen worden niet geëchelonneerd om weerstand te bieden
op opeenvolgende liniën, maar om reserves voor den tegenaanval
te vormen, waarvan het gebruik goed moet worden voorbereid.
4. De artillerie mag zich nooit verontschuldigen met gebrek aan
gegevens. In het algemeen moet zij den aanval kanaliseeren in
een zone van kruisvuur van gevechtsgroepen over eenige K.M.
diepte. Daardoor wordt de samenhang bij den aanvaller verbroken
en kan hij partiëel worden geslagen.
De artillerie moet den aanvaller door haar vuur insluiten, den
aanvoer en de aankomst van versterkingen beletten.
24 Juni 1918 schrijft Pétain den terugtocht tot buiten het ver-
nielingsvuur voor; deze instructie wordt door een rondschrijven
van 27 Juni aangevuld.
De hoofdstelling is die, waar de A. B. den vijand wil tegen
houden en slaan. Om haar te behouden moet men daar het grootste
deel zijner middelen (inf. en art.) concentreeren.
Deze hoofdstelling moet een krachtige en voortgezette verde
diging mogelijk maken door krachtig versterkte steunpunten.
Om de verkenning en vaststelling van de verdedigingswerken
te bemoeilijken moeten zij omringd zijn door zichtbare werken.
In de hoofdstelling zal 3/4 of 2/3 van de geheele macht
aanwezig zijn. Op voorposten niet meer dan bepaald noodig, uit
sluitend met het doel te bewaken, kleine aanvallen tegen te houden,
en de groote in wanorde te brengen door plaatselijken tegenstand.
De beveiligingslinie wordt dus vervangen door een beveiligingszöne.
In de hoofdstelling is eene diepe echelonneering der krachten
noodig. Eenvormige bezetting kan niet bestaan. Er zijn weinig of
niet bezette, doch krachtig bestreken en versperde intervallen.
Vooral door achtergelegen werken moeten zij worden bestreken
(kruisvuur van Vauban).
De artillerie is normaal achter de hoofdstelling geplaatst. Het
veldgeschut dient voor de tegenvoorbereiding, en moet dus tot op
2 K..M. vóór de veiligheidszone vuur kunnen brengen.
De zware artillerie (vlak- en krombaangeschut) dient vooral als
contra-batterij. De zwaarste artillerie moet op groote afstanden
kantonnementen, wegen, enz. bevuren.
De batterijen moeten dus geëchelonneerd worden, om neu
tralisatie moeilijk of onmogelijk te maken en om de continuïteit
der opdrachten te waarborgen.
795