arbeid door een verkenning worden voorafgegaan, ook bij de
kleinste onderdeelen, zoodat de commandant een plan voor de re
geling er van kan opmaken.
Zooals uit het vorenstaande blijkt, komen Franschen en Duit-
schers in hunne opvattingen in vele opzichten met elkaar overeen.
De laatsten kennen echter niet die schematische indeeling in „points
d'appui" en „centres de resistance". Door de eenvoudige indeeling
in vakken, zooals wij die ook kennen, wordt een juiste verdeeling
der troepen overeenkomstig de gesteldheid van het terrein beter ge
waarborgd.
Ook komt mij het Duitsche beginsel met betrekking tot den
bewegingsoorlog beter voor, in de 1ste plaats in verband met de te
verwachten artillerie en in de 2de plaats met den beschikbaren
tijd. Bij het voortduren van den strijd, bij stabilisatie, zal van zelf
de aanleg van versterkingen moeten worden uitgebreid. Men begint
dan met het allereerst noodzakelijke, zooals het Duitsche voor
schrift („Führung und Gefecht der verbundenen Waffen") aangeeft.
Dan krijgt men de korte loopgraven, vóór den oorlog ook in Frank
rijk bij voorkeur toegepast, en thans ook bij ons voorgeschreven.
Daaruit ontstaan bij meerderen tijd de doorloopende loopgraven,
welke een middel kunnen zijn tot maskeering van de eigenlijke
verdedigingsinrichtingen.
3. HET AANDEEL DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN IN DE
VERDEDIGING VAN NEDERLANDSCH-INDIE,
door G. J. Berenschot.
Zij, die de geschiedenis van het krijgswezen volgen, zullen niet
onbekend zijn met het telkens terugkeerende verschijnsel, dat
spoedig na het invoeren van een nieuw, machtig oorlogsinstrument
zich een groep enthousiasten vormt, die aan dat wapen zulk een
groote beteekenis toekennen, dat het naar hunne meening de taak
van een of meer der oudere strijdmiddelen zal kunnen en moeten
overnemen, en de waarde daarvan in het niet verdwijnt.
Men verliest hierbij dan gewoonlijk uit het oog dat de kwestie
slechts is, dat men niet onmiddellijk de juiste afweermiddelen tegen
het nieuwe wapen weet toe te passen, zoodat dit tijdelijk een voor
sprong heeft, welke echter na verloop van tijd onvermijdelijk zal
verdwijnen.
Tot heden heeft de practijk dan ook uitgewezen, dat boven
bedoelde meeningen als regel niet juist bleken te zijn, doch dat
het nieuwe werd opgenomen in de bewapeningen zonder dat men
nochtans tot afschaffing van het oude overging, met het eenige
gevolg dat het oorlogsmechanisme steeds meer gecompliceerd
werd.
Als recent voorbeeld van bovengenoemd verschijnsel noemen wij
de pleidooien, in 't bijzonder in Engeland gehouden om het slag
schip plaats te doen maken voor de duikboot. Deze strijd kan thans
798