stond men tot heden zonder. Het vliegtuig biedt de eenige betrouw bare uitkomst, mits in tijd van vrede de samenwerking grondig beoefend is. De werkzaamheden van verkennings-, artillerie- en infanterie- vliegtuigen grijpen tijdens het gevecht uit den aard nauw in elkan der. In het algemeen bemoeit het infanterie-vliegtuig zich alleen met het gevechtsterrein der infanterie en met het terrein, waardoor zij ten aanval zal oprukken. Het opzoeken van reserves en het opzoeken van den vijand, indien de voeling verloren is, zijn door den A. B. uit te geven verkennings-opdrachten. De wenschen der infanterie met betrekking tot het artillerievuur worden door het infanterie-vliegtuig overgebracht, dat verder geen bemoeienis heeft met het regelen of waarnemen van het vuur; dat is de taak der artillerie-vliegtuigen. In den regel kan per Divisiefront met twee infanterie-vliegtuigen worden volstaan. Het opzoeken van de voorste afdeelingen, die zich verspreid en zooveel mogelijk gedekt in het terrein bevinden, is bijzonder lastig en vereischt voortdurende oplettendheid, tactisch inzicht en een grondige kennis van de gevechtsvormen zoowel als van den alge- meenen toestand ter plaatse. De infanterie moet, inziende dat zij op dat oogenblik niet buiten de hulp van het vliegtuig kan, den waarnemer zijn taak vergemak kelijken door op reglementair vast te stellen wijze het beloop van haar voorste lijn aar, te geven. In den laatsten oorlog had daartoe elk infanterist een witten lap van 1 M2, welke op den grond werd uitgespreid na elke voor- of achterwaartsche verplaatsing of als het vliegtuig er met een vastgesteld signaal om vroeg. Op het signaal „begrepen" van den waarnemer worden de lappen weggenomen. (Deze seinen kunnen met lichtkogels worden ge geven) Legt de infanterie geen lappen uit, dan heeft de waarnemer veel tijd noodig om zelf het beloop van de eigen linie nauwkeurig op te sporen en rest hem minder tijd voor het overige deel van zijn werk. Bovendien moet hij lager gaan vliegen en dus onnoodig gevaar loopen van neergeschoten te worden. Voor de berichtenwisseling van den grond met vliegtuigen in de lucht zijn dus noodig: radiogemeenschap, seinlappen en een be- richtkoker-terrein. Dit materieel met het benoodigde personeel tezamen vormt een Lucht-Waarnemings-Station (L. W. S.)Zullen in de toekomst de hoogere eenheden wel over volledige radio-zend en -ontvangstations beschikken, de regimenten infanterie en afdee lingen artillerie kunnen voor dezen dienst volstaan met een radio- ontvanginrichting. Alle eenheden tot de bataljons infanterie en de batterijen artillerie zullen een seinlap moeten bezigen, bediend door eigen personeel. 807

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 25