5. HET INSCHIETEN MET WAARNEMING VAN TER ZIJDE, door G. Th. Slothouber. Het inschieten met waarneming van ter zijde wordt algemeen als een moeilijk vuur beschouwd, dat belangrijk tijdverlies met zich brengt. Tijdens den oorlog deden tal van batterij-commandanten alle moeite om dergelijke vuren te vermijden, hetzij door het kiezen van waarnemingsposten nabij de rooilijn hunner batterijen, hetzij door met indirecte waarneming te vuren. In het eerste geval leidde dit er toe, af te zien van het gebruik van uitstekende waarnemingsposten, omdat de B. Cn deze „te veel ter zijde gelegen" vonden. In het andere geval werden zij genood zaakt het waarnemingspersoneel en de telefonische verbindingen te verdubbelen, waaruit weer voortvloeide: moeilijker voorbereiding van het vuur, vergrooting van de kans op vergissingen bij de aan wijzing van het doel (inschietpunt) ten gevolge van gebreken in de samenwerking met dezen tweeden post. Aldus de aanvang van een artikel in de Revue d' Art. van Juli 1923, getiteld .Note sur le réglage par observation unilatérale". Hoewel het inschieten met waarneming van ter zijde bij ons niet geschuwd wordt, zooals blijkbaar bij de Fr. Art. wel het geval is (geweest?), zoo meen ik toch, dat hetjuiste inzicht inde waarneming van ter zijde, het werkelijke begrip van het, bij het schieten in de waarnemingslijn, bestaande onverbrekelijke verband tusschen de lengte en de breedtevork nog niet of eerst sinds korten tijd tot ons is doorge drongen. Ten bewijze hiervoor zou ik kunnen aanvoeren, dat b.v. in de punten 39 en 40 van het R.St.A. Ill het inschieten voor de lengte en dat voor de breedte geheel los van elkander worden behandeld, al is in het voorschrift voor de breedteregeling reeds een indice te bespeuren van het voornoemde verband; evenals dit het geval is in de laatste zinsneden van punt 17 van dat reglement. Waar in het bovengenoemde artikel op systematische en duidelijke wijze het inschieten met waarneming van ter zijde wordt uiteengezet, terwijl er voorts reden bestaat aan te nemen, dat in het eerlang te verschijnen nieuwe schietvoorschrift voor ons wapen, deze schietme- thode op anderen grondslag zal worden behandeld dan tot nu toe het geval is geweest, acht ik het ter inleiding van belang, het artikel uit de Revue hier grootendeels weer te geven, aangevuld met enkele aanteekeningen tusschen den tekst. Het moet een bepaald voordeel geacht worden, als de vuurleider zelf kan waarnemen en hij dien waarnemingspost kan kiezen, welke het beste inzicht in de te bewaken zone geeft, ongeacht de ligging van dezen post ten opzichte van de rooilijn zijner batterij. Slechts ééne overweging kan, vooral in den bewegingsoorlog, de keuze beperken en wel, dat de waarnemer zich niet te ver van de batterij moet verwijderen, om de telefoonlijnen niet bovenmate lang te maken. Bijgevolg zullen de vuren met directe waarneming van ter zijde bijna evenveel voorkomen, als die met directe waarneming rechtuit en is het noodzakelijk, dat de schietmethode bij deze vuren zoo snel en zoo eenvoudig mogelijk zij. 808

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 26