De „Instructions sur Ie tirenz." van 1917 en 1922 hebben
een uitstekende schietmethode gegeven, welke slechts één bezwaar
heeft; nl. te zijn gesteld op eenigszins ingewikkelde wijze, welke
beginnelingen kan ontmoedigen, en welke berekeningen of voor
bereidende constructies vereischt, die tijd kosten, terwijl het in
schieten zelf te langzaam verloopt. (Zie Instr. Gén. sur le tir
1922 punten 419 tjm 435). De onderwerpelijke studie heeft ten
doel vereenvoudigingen voor te stellen in de voorbereiding en de
uitvoering van de reglementaire methode. Hier zal dus alleen
behandeld worden het geval van zuivere waarneming van ter zijde,
waarbij dus de waarnemingshnek grooter is dan 200 °/oo-
I. Beginsel van de methode.
Zij D het doel (inschietpunt), W de waarnemingspost en S het
directiestuk (fig. 1). Men schiet een eerste schot dat valt in PIf
welk punt des te dichter bij het doel zal liggen al naarmate het
vuur met grootere nauwkeurigheid is voorbereid. In werkelijkheid
is P, zooals wij zullen aangeven bij de behandeling van de
vuurleiding niet het Sp. van een enkel schot, doch het gemid
delde Sp. van een laag.
Het beginsel van de methode bestaat in het brengen en het hou
den van de Spn in de waarnemingslijn WD, door afstandscorrecties,
waardoor over het of ten opzichte van het doel (gezien
uit den waarnemingspost) kan worden geoordeeld, en waaruit de
noodzakelijke correcties voor de zijdelingsche richting kunnen
worden afgeleid.
809
De Instruction... 1922 maakt onderscheid tusschen het inschieten
bij waarnemingshoeken kleiner en grooter dan 200 décigrades d.i. 315°/o0-
In het eerste geval worden de schoten in de waarnemingslijn gebracht
door zijwaartsche verplaatsing (dus met onze q.) en in de waarne
mingslijn gehouden door eiken afstandssprong gepaard tc doen gaan
met een zijwaartsche verplaatsing (onze Cioo) In het tweede geval
worden de schoten in de waarnemingslijn gebracht door afstandsver
plaatsing (onze W/sin aen in die lijn gehouden, door eiken sprong
zijwaarts gepaard te doen gaan met een afstandssprong (onze S/tga).
Het schijnt dat de schrijver van het artikel de moeilijkheid van 2
schietmethoaen bij waarneming van ter zijde heeft willen vermijden
m.i. ten onrechte, zooals nader zal worden uiteengezet en daarom
alle waarneming van ter zijde op één wijze wil behandelen te begin
nen met een waarnemingshoek van 200 °/00.
Het in de waarnemingslijn brengen van de schoten door afstandscor
recties, is bij kleine waarnemingshoeken minder gewenscht, hetgeen
moge blijken uit onderstaand voorbeeldjeS 5000, W 5000, a
200 oo, dus q 1 en W/sin a 25 Meter.
Een schot, dat 10 %o R-ofL. wordt waargenomen, zou op deze wijze
met een afstandssprong van niet minder dan 250 Meter in de waarne
mingslijn moeten worden gebracht, waardoor de baan onnoodig ver
van het doel wordt verwijderd.
Daarom is de grens van a= 315 %0. welke de Instruction trekt en
waarbeneden de schoten in de waarnemingslijn worden gebracht door
middel van zijwaartsche verplaatsing, m. i. verre te verkiezen, te meer,