te groote voorzichtigheid bedenkelijker is dan te groote driestheid,
al zijn beide uiteraard te veroordeelen.
De vredesoefeningen moeten ertoe leiden, den aanvoerders een
duidelijk en nuchter oordeel bij te brengen voor de werkelijkheid.
Bij de doorvoering van den aanval zal bijna ieder gevecht van
de lagere aanvoerders een afwisselend nemen van aanvallende en
verdedigende maatregelen eischen; de hoogere aanvoerders zullen
in het algemeen meer aan de leidende aanvalsgedachte kunnen
vasthouden.
Bij de verdediging zal de overmacht van den aanvaller dwingen
tot het groepeeren van de krachten in de diepte, maarditmag
nooit ontaarden in het versnipperen van vuur
kracht! In de eerste plaats moet een verdediger ernaar streven
zijn vuurkracht op een dusdanige wijze voor de hoofdweerstandslijn
te concentreeren, dat de aanval doorvoor tot stand kan worden
gebracht. Het beginsel van een verdedigingsnet met versnipperde
vuurkracht van de bezetting waarin een aanvaller zou vastloopen,
wordt veroordeeld. Op die wijze toch zou den aanvaller gelegen
heid worden gegeven, steeds met overmacht het verdedigingsnet
uitelkaar te scheuren. Punten 119 130 van het A. V. I. eischen
wel „raümliche Trennung", maar in de eerste plaats concentreeren
van de vuurkracht der automatische wapens voor de hoofdweer
standslijn, om dit nadeel zoo goed mogelijk op te heffen.
Naast dit eerste nadeel van den verdediger, de „raümliche
Trennung", staat een tweede, n. 1. de „örtliche Bindung", waardoor
hij, in ieder geval voorloopig, van het initiatief afziet en dit aan
den aanvaller moet overlaten, zoowel „zeitlich" als „raümlich".
De eenige manier om dit nadeel, het aan een plaats gebonden zijn,
zoo goed mogelijk op te heffen, is de beweeglijke verdediging,
waardoor het den verdediger mogelijk wordt, zich, zij het dan ook
slechts gedeeltelijke, vrijheid van handelen te verzekeren. Daarbij
moet dan in de eerste plaats aan stootkracht worden gespaard.
De automatische wapenen vervullen dan een afwerende rol, de
bespaarde stootkracht moet a. h. w. op de loer liggen om den
aanvaller in zijn zwakke punten te treffen (punt 100 A. V. I.).
Voorde lagere aanvoerders beteekentverde-
digenaltijdstandhoudentothetuiterste. De hoo
gere leiding alleen kan en moet uitmaken, of de strijd zal worden
gevoerd ter bereiking eener beslissing dan wel om tijdwinst alleen.
Een bijzondere verdienste van het A. V. 1. is, dat meer dan in
vroegere voorschriften de beteekenis van het element verrassing
op den voorgrond treedt. Er wordt zelfs een geheel hoofdstuk aan
gewijd (punt 75 e. v.). Het verrassend optreden moet zich niet
alleen openbaren in het tijdstip waarop en de plaats waar het plaats
heeft, maar ook in het gebruik van nieuwe strijdmiddelen en nieuwe
methoden. In nauw verband hiermede staat het zich ten nutte maken
van de duisternis en van slecht zicht (punt 57 e. v.).
825