daarvan gescheiden zijn door afstanden, welke wisselen van 300 a 400 M. tot 1500 en zelfs 3000 M. Deze aanzienlijke échelon- neering in de diepte echter doet duidelijk uitkomen, dat het noodig is ze uit een tactisch oogpunt in twee soorten te splitsen: lste. Die, welke bestemd zijn om een bataljon van nabij te steunen, en een onderdeel van het bataljon moeten vormen. 2de. Die, welke ingevolge hun opdracht meer achterwaarts zullen moeten staan en niet een onderdeel van het bataljon zullen moeten uitmaken. Voor deze mitrs, bestemd voor het vuur uit het „arrière- fond", moet de oplossing worden gezocht in de organisatie in een heden, welke tot het regiment en de divisie behooren. Het algemeen gebruik van de zw. mitrs, speciaal van die bestemd voor het „arrière-fond", bestaat uit het vuur op zones en komt eenigszins overeen met de wijze van gebruik van artillerie. Maar altijd gaat het er om: lste. De aanvallen der bataljons voor te bereiden. 2de. Die bataljons te steunen bij den aanval. 3de. De onbeschermde flanken van den aanvaller te dekken en zelfs zijn front bij het voorwaarts gaan, in het bijzonder wanneer dit voorwaarts gaan stokt. Voorbereidingsvuur door mitrs zal vaak mogelijk zijn. Meestal zal door de ver achterwaarts (in het „arrière-fond") staande mitrs indirect vuur worden toegepast op strooken, terwijl de meer naar voren (in het „fond" of nog meer naar voren) geplaatste wapens direct zullen vuren, hetzij op strooken, hetzij op kleine doelen. Over het indirecte vuur door mitrs valt het volgende te zeggen. Het biedt een tweetal voordeelen, maar het zal zelden anders aan gewend kunnen worden dan uit een opstelling, die ingenomen werd voor het inzetten van den aanval. De voordeelen zijn: a. Gelegenheid om gebruik te maken van de grootere invals hoeken op de groote afstanden, om zelfs steile tegenhellingen af te zoeken. b. Gelegenheid om tot op zekere hoogte het vuur zijdelings te verleggen en ook om het in de diepte te verleggen tot op 3500 M. Het is duidelijk, dat het, bij den aanval, vrij moeilijk zal zijn om voor de indirect vurende mitrs, zoodra deze uit hun zijdelingsche opstelling dit vuur niet goed meer kunnen afgeven, nog eens weer een nieuwe opstelling voor indirect vuur te vinden. Behalve dan wellicht als er langdurige pauzen intreden in het voorwaarts gaan. Want men moet bedenken, dat het voorbereiden van indirect vuur voor mitrs wel evenveel tijd en zorg eischt als voor de artil lerie, ja zelfs misschien nog meer, want zij beschikken niet in die mate als de artillerie over zulke goede hulpmiddelen. Wil men zekerheid hebben, dat de mitrs op werkelijk goede wijze indirect vuur kunnen afgeven, dan dienen zij ook over uitstekende richt- middelen tot dat doel te beschikken. Ook heeft het indirect vuur het nadeel van groot munitie-verbruik 829

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 47