als dit koloniale leger met een zoo schitterende carrière en dat pas een
reusachtige taak op zoo bewonderenswaardige wijze had vervuld, lag op
getast een sterke reserve aan moreele kracht, aan zelfrespect enz. en
het kon ook onder ongunstige omstandigheden geruimen tijd uit dat reser
voir putten. Maar geleidelijk groeit dan toch de ontstemming, het gevoel
van onbewuste onvoldaanheid neemt toe en men werpt zich op iets anders,
om den geest te vullen.
Juist door groepen, die het minst door nuttiger, arbeid worden bezig
gehouden, worden de zwaarste materieele behoeften gevoeldzij staren
zich daarop blind, omdat zij in haar gewonen arbeid geen geestelijke
voldoening vinden. Zoo bedierf Napoleons vermaarde garde te Parijs en
zoo kwamen in nog vroegeren tijd de Pretorianen tot politiek en paleis-
intrigues.
Zoo sloop het politieke bederf ons leger binnen; de symptomen van dit
verwordingsproces zijn ons allen bekend
Dit is ook thans nog het groote psychologische vraagstuk: laat een
normaal man met goede kern het werk doen dat het zijne is, laat hem de
voldoening smaken van den eerlijken mensch, die een nuttige taak kan
volbrengen. Als ge hem dit belet, zijt gij schuldig aan de verwording,
welke hem zal besluipen.
Het politieke werk op de buitenbezittingen kent verschillende niveau's.
Er is fijner bestuurswerk bijv. in streken, waar door andere omstandig
heden het organisme meer is gecompliceerd waarvoor uit den aard der
zaak de echte bestuursman is bestemd. Maar er is daar ook een massa
primitief bestuurswerk, dat slechts een beperkt kwantum tijd in beslag
neemt en zeer goed aan het leger kan worden opgedragenbovendien
hebben controleur en officier soms, ieder voor zich, zóó weinig te doen,
dat hun werk kan worden gecombineerd.
Men mag hierin zelfs geen aanleiding vinden, om te spreken van een
militair bewind; de eenvoudige bestuurshandelingen in een nog primitie
land dragen een zóó simpel karakter, dat zij niet van het typisch militaire
cachet kunnen worden voorzien. Bij de ontwikkeling dier samenleving
ontstaan daarin zelf de correctieven, welke de verschillende belangen
doen balanceeren, en geruimen tijd is daar nog plaats voor een eenvoudig
bestuursinstrument als het leger.
Men werkt altijd zwaar met beweringen van dit gehalte, dat B. B. niet
met het leger zou kunnen samenwerken door het zeer bijzondere karakter
der militaire organisa'ie. Er is een tijd geweest, dat B- B. alleen maar
behoefde te kunnen samenwerken met B. B. zelf; alles ging toen door
tusschenkomst van B. B. Dit is geleidelijk veranderd en de speciale dien
sten in een ressort: B O. W., financiën, volkscrediet enz-, raakten los van
dit centrale B.B.-gezag. Het werd toen noodig, dat de één leerde, met
den ander samen te werken. Wellicht deed men dit aanvankelijk niet
graag, want ge zult niet gauw een B. B.-man vinden, die oordeelt, dat de
zaken behoorlijk kunnen marcheeren, als hij er de leiding niet in heeft,
nóch iemand van een anderen dienst, die geen afkeer heeft van B. B.-be
moeienis, maar tenslotte hebben alle partijen voldoende gezond verstand,
om in te zien, dat het algemeen belang haar samenwerking eischt.
Zoo is het ook gegaan in den jongsten tijd nu, door gedeeltelijke ver
vanging der gewapende politie door militairen, in het bestuursmechanisme
op sommige plaatsen een nieuw element is ingeschoven. Sommigen stelden
zich daarvan allerlei bezwaren voor, maar er zijn verrassende berichten
gekomen van succesvolle samenwerking, ook waar die niet werd verwacht.
Dit ligt ook voor de hand, indien beide partijen slechts van goeden
wille zijn, en dit is toch wel de minste eisch, welken men aan alle lands
dienaren kan stellen.
836