Op plaatsen, waar tevoren geen juiste verhouding tusschen bestuur en militairen was^ af te bakenen, daar bleek de goede verhouding vanzelf te ontstaan en uit te groeien; vraagstukken, waartegen men eerst opzag, losten zich langs natuurlijken weg op en aldus vormde zich de verhouding in haar meest wenschelijken vorm. Het ligt niet aan strenge instructies en voorschriften zend een verstandig man ergens heen, reglementeer hem zoo min mogelijk, en de goede verhouding ontwikkelt zich spontaan De gemeenschap is niet gediend van menschen, die als tegenstanders op „hun rechten' gaan staan. Er is maar één alles domineerend recht: dat dier gemeenschap op de toegewijde diensten van haar dienaren, en zij, die hierin niet willen meewerken, of eigen inzicht en belang willen doen overheerschen, zijn slechte ambtenaren, die hun salaris niet waard zijn. De beste samenwerking te velde wordt geboren uit het gevoel van kameraadschap; het is een groote psychologische waarheid, dat men het meest bereikt door het trekken van een wissel op iemands karakter. Waarom verliest men al de eenvoudige waarheden, die ik hierboven be sprak, nog voortdurend uit het oog? Waarom doet men het nog steeds voorkomen, alsof de vervanging van de gewapende politie door militairen een uiting is van echt militair egoïsme, als het streven om aangename en vette posten voor zich in beslag te nemen? Waarom is, tot groote schade onzer schatkist, op de buitenbezittingen nog immer een veel grooter gewapende politie, dan noodig is? Wie werkt hier de vervanging tegen? Waarom wordt daar van de aanwezige offi cieren geen beter gebruik gemaakt? Ziet, lezers, het gaat niet om een militair streven naar gemak of voor deel. Integendeel! Er is een leger en dit vraagt: geef ons werk; laat ons de taak, welke de basis is van ons bestaan. Dit is in wezen, een uiting van hoog ethische waarde. Hier is winst voor allen: een millioenenbesparing voor de schatkist; zelfvoldoening en verbetering van den geest in het leger. En er is niets tegen. Niets, dan de vooringenomenheid van een of meer personen, landsdienaren, die zich verzetten tegen de waarheid ten detrimente der schatkist. Er is blijkbaar een macht, welke nog altijd krachtig genoeg is, om een door een groot financiëel belang, en een niet minder beduidend algemeen militair belang, geboden maatregel goed deels te kunnen verhinderen. Er waren 450 brigades gewapende politie, dus ongeveer 9.000 man, op de buitenbezittingen. Men weet niet zeker, wat deze den lande hebben gekost, omdat allerlei uitgaven niet-overzichtelijk zijn geboekt, maar het is veel meer dan 6 millioen gulden. Daarvan zijn 150 brigades (dus 3.000 man) door militairen vervangen, waardoor een bedrag van l>/2 tot 2 millioen gulden is bespaard, afgescheiden van de niet te schatten winst aan militairen geest en moraal' Er kunnen zonder bezwaar nog 3.000 man gew. politie worden vervangen door militairen met even groote winst naar beide z ij den. Elders is het mogelijk een nuttig gebruik van de aanwezige officieren te maken (ik doel op streken, waar de bestuurshandelingen nog zeer primitief zijn) door combinatie van civiel- en militair gezag; de officier, gewoon, met menschen om te gaan, is daartoe toch zeker beter geschikt, dan de civiel gezaghebber, die op school daarvoor capabel werd gemaakt, hoezeer sommige B. B-mannen uit overigens begrijpelijke liefde voorden eigen dienst dezen graag voorstellen als een ook in eenvoudige omstan digheden gansch geheimzinnige kunst, welke slechts door een beperkte schare voorzichtig ingewijden kan worden beoefend. Maar er is tegenwerking, en men heeft een politieke leuze kunnen ver vaardigen om van dien tegenstand het streng persoonlijke, het zuiver egoïstische karakter eenigszins te kunnen verdoezelen. 837

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 55