Het is niet wel mogelijk eene oefening tot de vernietiging van een der partijen uit te strekken. Hoe meer de partijen op elkander raken des te moeilijker wordt het de werkelijkheid niet te kort te doen. Het is dan ook niet het doel aan het slot een overwinnaar of eene geslagene te kunnen aanwijzen, doch bij beide partijen moet worden getracht, de bevelen, die naar aanleiding van de verstrekte opdracht zijn uitgegeven, goed ten uitvoer te brengen. Een strijd doorgevoerd tot het handgemeen, zooals in den oorlog (veldslag), heeft hier geen nut, omdat dan te veel factoren gaan meespreken, wier invloed op de kaart niet is na te gaan. Eindig daarom de oefening en ga tot eene andere over, voor dat het rijk der fantasiën moet worden betreden. Een klare, opbouwende kritiek aan het einde kan nog veel daartoe bijdragen, dat de deelnemers iets blijvends van de oefening meenemen. In von Altrock heb ik eens de m. i. juiste beschouwing over de bespreking gelezen: „Die Besprechung hat erst nach Abschlusz der Elebung zu er- folgen, soil bei Fortführung der Lage den weiteren Verlauf nicht beschranken, wohlwollend, anregend, vorurteilslos sein, das Selbst- geftihl fördem, nicht untergraben, kraftvolle Entschlüsse gelten lassen, wenn sie durchführbar sind; eine schwankende kraftlose Durchführung brandmarken, Meinungsaustausche zulassen, Auf- fassung und Urteilsvermögen scharfen. Ein öffentliches Zerpfliicken der eingereichten Befehle musz unterbleiben, denn die Form des Befehls ist weniger wertvoll als der Ge ist des Entschlusses und die Kraft im B e h a r r e n". Als slot wil ik aan dit artikel nog een korte bespreking toevoe gen van eene oefening, waaruit kan blijken hoe gewenscht het is, dat bij de T. old K. vooral de nadruk wordt gelegd op het zich juist in-denken in den tactischen toestand. Bij eene oefening had ik er n. 1. de aandacht op gevestigd, dat er tegen gewaakt moet worden bij de te nemen maatregelen zich te veel door den vijand te laten beïnvloeden. Ik kreeg den indruk, dat ik niet geheel werd begrepen maar ging er verder niet op in, er op rekenende dat het vraagpunt bij eene oefening wel met feiten zou kunnen worden duidelijk gemaakt. En ziet, de eerstvolgende oefening bracht de kwestie aan de orde; waarbij mij bleek, dat ik inderdaad niet duidelijk genoeg was geweest, althans door vele deelnemers niet was begrepen. Aangezien de zaak waarom het gaat en die door mij van groot belang wordt geacht, door de oefening zoo markant naar voren trad, wil ik in het kort hier het verloop laten volgen (zie schets). tt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 11