tegendeel morgen is aanraking met den vijand te verwachten en dan moet het detachement gevechtsvaardig, dus uitgerust zijn. Hij geeft 's avonds een marschbevel uit; het uur van afmarsch zoodanig vaststellende, dat wanneer 's morgens de werkzaamheden aan het baanvak aanvangen, de voorhoede ongeveer ter hoogte van dat baanvak aan 's vijands zijde is. Kan het dan niet mogelijk zijn, dat de vijand 's nachts de cav. vooruitzendt en afdeelingen inf. op auto's laat volgen? Neen! Waarom niet? Omdat de algemeene toestand een dergelijken maatregel door den vijand niet wettigt. Denk U in 's vijands toestand in. Hij weet dat „Blauw" afmarcheert naar het Oosten. Hij weet ook dat „Blauw" het inladen te Bandoeng van zijn hoofdmacht door een voldoende troepenmacht zal doen dekken. Op een gegeven moment zal hij (Rood) zijn marsch vervolgende op die beveiligende troepen in een voorbereide stelling stuiten; waar weet hij nog niet! Kan het nut hebben ver van de eigen hoofdmacht tegen die stelling zijn cav. in ijlmarschen te werpen? Neen, omdat er geen practisch nut van te verwachten is en een uitgeputte cav., niet meer geschikt voor zijn verdere taak, het eenige gevolg zal zijn. Inf. op auto's vooruit? Evenmin aan te bevelen, omdat ook daar geen ander resultaat van te verwachten is, dan dat die inf., onvoldoende sterk, het hoofd stoot; wellicht wordt vernietigd. Rood kan niet anders doen, dan met zijn hoofdmacht, door zijne cav. beveiligd, voorwaarts marcheeren en tegenstand, dien hij voor Bandoeng ondervindt, met zijn geheele macht breken. Is het défilé van Pad. dan niet van belang voor Rood? Neen, evenmin als een ander défilé of b. v. de stelling van de Batoe Karoet. Een défilé wordt pas van belang, wanneer beide partijen het willen bezetten (afsluiten of openhouden). Zou dus door Blauw het défilé van P. zijn gekozen om het in laden te Bdg. te dekken, dan begrijpt Rood, dat Blauw daar dus reeds met voldoende macht zit, en helpt het zenden van inf. op auto's niets. Is het baanvak Padalarang dan niet belangrijk? Neen, omdat Rood niet weet, dat Blauw dit baanvak zal laten vernielen. Cdt Det. Blauw hoort eerst in den avond van den len Maart, dat dit gedeelte van de baan zal worden vernield en het is dus niet aan te nemen dat Rood daarvan kennis heeft. Het zich duidelijk indenken in den algemeenen toestand heeft den Det.-Cdt van Blauw de zekerheid gegeven, dat hij zijn detache ment de zoo hoog noodige rust kan laten. 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 15