85 en 86 in plaats van „Uitv." te lezen: „Uitv. bij de n i e t als sectie ingedeelde klasse", en toe te voegen: bij punt 85: Bij de als sectie ingedeelde klasse marcheert de linker voorste ge aan of door, voegt zich de voorste br. ct. vóór hem en de rechter voorste ge achter hem. De rechter achterste ge komt achter den linker achtersten, de achterste br. ct. sluit de flankcolonne der sectie. bij punt 86. Bij de als sectie ingedeelde klasse hernemen de br. cn en guides tijdens de Uitv. hun plaatsen. Voorts wordt aan het commando toegevoegd: „kader rechts (links)". 89. De opmerking aan te vullen met het navolgende: Bij de als sectie ingedeelde klasse doen, alvorens zich neder te leggen, in de frontformatie de s. ct. een pas voorwaarts en de gr. cn in het opsluitend gelid 2 passen achterwaarts. 90. Aan te vullen met een Opm. luidende: Opm. Bij een als sectie ingedeelde klasse plaatsen zich de br. cn op 2 passen voor het midden hunner brigades, terwijl de gr. cn in het opsluitend gelid hun plaatsen naast hun groep innemen. 91. De Opm. aan te vullen met het navolgende: Bij een als sectie ingedeelde klasse handelen de gr. cn in het opsluitend gelid als is aangegeven in de eerste (c. q. de derde) alinea dezer opmerkingen. 92. De Uitv. aan te vullen met: De gr. cn in het opsluitend gelid plaatsen hun veldzakken tegen het naastbijzijnde paar van het achterste gelid. Concept van een nieuwe 61 R. O. S. §61 Infanterieteekens. 30 1 en 2. als de bestaande. 3. aansluiten r (1) 4. uitbreiden naar r (1): 5. met vieren, twee3n of eenen: 6. formeert 2(1) gelederen (gelid): 7- bajonet op: 8. opmarsch of zwenking: 9. kalm aan: 10, kwartwending: 11. id. met halthouden: als de bestaande, r (1) hand op het hoofddeksel, elle boog zuiver zijwaarts, armen voorwaarts heffen, hand palmen tegen elkaar, waarna lang zaam zijwaarts brengen, als het bestaande, doch halfhoog, beide handen met 2(1) gestrekte vinger(s) halfhoogbrengen. de beweging van „bajonet op" maken. een duidelijke armbeweging in de gewenschte richting. een hand, palm naar voren, iets buiten voor den schouder; vingers aaneengesloten. een arm voorwaarts heffen, waarna vlug rechthoekig buigen, vingers aaneengesloten en wijzend naar het nieuwe front. als voren, den anderen arm met gesloten vuist omhoog brengen, tot is halt gehouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 30