12. Naast lagere ondercomman- armen zijwaarts heffen en, met danten bij mij komen: horizontaal gehouden bovenarmen, buigen, totdat de vlak gehouden handen voor de borst komen (lang zaam). Zie overigens de [door mij voorgestelde] teekens in Hst III R. I.I. Slotbeschouwing. Zooals de lezer zal hebben opgemerkt, vermeed ook ik het, even als de steller van het nieuwe Hst. Ill, met wiens opvatting ten deze ik volkomen mede ga, rechtstreeks van den sectie-vorm tot den groepen- of verspreiden vorm te komen. Ik gkig zelfs verder en stelde een ander punt 112 voor (zie boven). Maar daarom kan ik me natuurlijk wel gevallen denken, waarin vasthouden aan de normale regels van oplossen en verspreiden tijdverlies of menschen- verlies, dus: dwaasheid of erger zoude zijn! In al die gevallen kan en mag vooral een reglement op het tirailleeren niet voorzien. Het zoude de ondercommandanten te veel aan banden leggen, vooral met het oog op het eerste zinsdeel van de vet gedrukte woorden na het titelblad van R. I. I. B. v.: Eerste geval. Een sectie ligt in de frontformatie achter een terreinplooi. Straks zal men opgelost of verspreid voorwaarts moe ten gaan. De s. ct. roept dan de br. cn bij zich (c. q. door het geven van teeken 12) en geeft de noodige bevelen, dan wel commandeert b. v. „op de groep A oplossen en in front blijven" (waarbij de groep A de 1. of r. voorste groep is). Tweede geval. De sectie ligt als een kluwen om de een of andere reden in een terreinkuil. De s. ct. wil, in groepen opgelost, voorwaarts doen gaan en commandeert daartoe: Groep A recht voorwaarts; B, rechts; C links; D links van C; allen uit de flank blijven". Moet in dit geval de sectie worden verspreid, dan zal de s. ct. beter doen eerst A, B, C en D hun plaatsen met 40 pas tusschen- ruimte aan te wijzen, waarna A, B, C en D en de beide br. cn derwaarts gaan en de groepen sluipend volgen en op de haar aan geduide plaatsen verspreid komen te liggen. Derde geval. De sectie loopt met tweeën door zwaar bosch. Plotseling meldt een der op zeer korten afstand voorwaarts of zij waarts marcheerende gevechtspatrouilles een hinderlaag of stelling. De s. ct. kan dan verschillend laten handelen, afhankelijk van den toestand; het is onmogelijk, hiervoor voorschriften te geven. Doch dit staat vast: had men, zooals de heeren XYZ willen, voor deze formatie een commando: „Op zooveel pas in groepen" dan wel: „Op zooveel pas verspreiden", tien tegen een, dat s. cn van een bepaalde mentaliteit een dezer commando's zouden doen en honderd tegen een, dat de sectie in hopelooze verwarring zoude 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 31