6. TACTISCHE OEFENINGEN door F. T. Geleidelijk nadert het tijdstip, dat de uitrusting van ons leger op moderner leest zal worden geschoeid. Zware mitrailleurs en geweer-mitrailleurs zullen tot een grooter aantal worden uitgege ven. Aangenomen mag worden, dat de beslissing omtrent het voor ons leger zoo onmisbare berggeschut niet lang meer op zich zal laten wachten, terwijl, naar men zegt, een herziening der oorlogs- crganisatie in bewerking is. Wij achten dit oogenblik gunstig om een oefening te beginnen, welke ons zal nopen, ons in te denken in het wezen der moderne tactiek. In hetgeen volgt zie men uiteraard allerminst de verkondiging van opvattingen, welke wij onbestrijdbaar zouden achten. Het ge loof in eigen onfeilbaarheid is vooral op dit gebied gevaarlijk, en zeker zoo korten tijd na een oorlog, welke zulk een omwenteling teweeg bracht. Om de waarheid te benaderen, heeft men zich in de eerste plaats in te denken in de opvattingen van hen, die ten koste van vele offers krijgservaring hebben opgedaan. Doch daar naast is het van groot gewicht, na te gaan, op welke wijze niet alleen in onze terreinen, maar vooral ook in onze verhoudingen, die ideeën kunnen en moeten worden toegepast. Evenmin als het met het oog op onze terreinen en omstandigheden aangaat om ongewijzigd over te nemen, wat elders wordt verkondigd, evenmin kunnen wij ons verantwoord achten, het standpunt in te nemen, dat dat moderne weinig zin voor ons heeft en dat wij het „doen" met de middelen waarover wij nu eenmaal beschikken en op de wijze als wij zelf vaststellen, 's Vijands middelen bepalen in sterke mate onze wijze van optreden, in even sterke mate zeker als onze eigen uitrusting. Al staan onze oorlogsorganisatiën nog niet vast, veilig mag worden aangenomen, dat zij niet veel zullen verschillen van het geen in de den lezer aangeboden tabellen wordt gegeven, welke werden bewerkt op den grondslag van de organisatie, zooals de Indische Defensie-commissie zich deze dacht (zie I. M. T. 1921, No. 7). De meer gedetailleerde organisatie der infanterie is op gemaakt op den grondslag, welke het I. M. T. 1922, No. 12 ver meldt, doch met inachtneming van een drieledige indeeling (Orgaan N. I. O. V. 1923, No. 1). Het zou gemakkelijker zijn geweest, eene organisatie naar buitenlandsch model te copieeren, doch het optreden daarmede zou minder leerzaam zijn geweest. Wel zal bij den tegenstander van de troepen, waarmede wij in deze onderstellingen zullen oefenen, diens eigen organisatie worden aangenomen (hetgeen te goeder tijd zal blijken), doch verder wordt niet gegaan. Hierbij een blad AIH van de krijgsspelkaart Soemedang. 46

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 46