teekening tevens da volle verantwoordelijkheid voor de juistheid
van den inhoud overneemt. Teekent de adjudant zelf, dan zijn,
daar misverstaan evenmin is uitgesloten als de kans, dat de chef
later zich niet letterlijk weet te herinneren, wat hij heeft gezegd,
moeilijkheden later niet uitgesloten. Bij lange of belangrijke bevelen
is daarom langzaam dicteeren de zekerste en tevens snelste
methode.
De bataljons beschikken over eenige wielrijders, die als patrouille
met bepaalde opdrachten vooruit gezonden kunnen worden. In dit
geval hebben de bataljons-cdten die patrouilles vooruit gestuurd
naar de te bereiken punten, hetgeen mogelijk maakt, dat de ordon
nansen van den Det.-Cdt aan den patr.-cdt het bevel afgeven en
zoo des te spoediger weder ter beschikking zijn.
Na aankomst op den Sirahsadi heeft de Det.-Cdt de cavalerie
laten doorrijden en benut nu de voorhoeden, aanvankelijk der 3
colonnes (en later van Inf. 1), om zich te laten beveiligen bij zijn
verdere verkenningen.
Van den Pr. Tjampaka zoekt de afgestegen AB. vergezeld van
den AC. en de beide adjudanten, allereerst een overzicht over de
geheele stelling te krijgen (7.45 v.). Ter zelfder tijd is de artillerie
in verzamelstelling gekomen bij pl. 2. De genie is daar gebleven
ter voorkoming van heen en weer loopen, omdat nog niet vaststaat
wat zij het eerst zal doen, doch het zeer waarschijnlijk is, dat zij
op de een of andere manier de artillerie zal moeten helpen.
De AC. heeft aan de artillerieverkenningspatrouilles, gedurende de
verplaatsing van den AB. naar Pr. Tjampaka, bevelen gegeven
om, gedekt door de infanterie voorhoede, in het terrein bij Tjiseda
de waarnemings- en stellingmogelijkheden nader te verkennen en
bij het kruispunt Tjitimboen terug te komen. Dit punt is gunstig
gelegen midden tusschen het te verkennen terrein en de verzamel
stelling en gemakkelijk te vinden.
Nadat de AB. en de AC. het terrein van den Pr. Tjampaka af
heïïben bezien, rijdt de laatste naar Tjitimboen om de rapporten
der patrouilles te ontvangen. Daarna keert hij terug naar den AB.
in Naloek, die op grond van de ontvangen gegevens het gebruik
en de verdeeling van de artillerie vaststelt. Voor de ter zake gel
dende beginselen uit het gevechtsvoorschrift der mobiele artillerie
(binnenkort te verschijnen) zij verwezen naar blz. 120 (3) van
het „zakboekje".
Het is bij de verdeeling der artillerie ook in grooter verband
niet bepaald noodzakelijk de batterijen in afdeelingsverband
vast bijeen te houden. Zoo zou b. v. in een of ander geval het
terrein slechts het gebruik van 2 batterijen veldartillerie kunnen
toelaten of van een enkele motorbatterij, terwijl het zeer goed
mogelijk zou kunnen zijn bovendien een of twee batterijen berg-
artillerie in stelling te brengen. Ook de soort en het kaliber oefenen
54