helderen vorm neerleggen van zijne gedachten, alle eigenschappen
die van zoo hooge waarde zijn voor een troepenaanvoerder.
Deze methode heeft bovendien het voordeel, dat iedereen in
actie is; en het nadeel aan de eerste methode verbonden, dat
alleen de partij-commandant de hoofdrol verricht en de andere
deelnemers er te veel buiten staan, terwijl steeds de helft der deel
nemers op de plaats rust verkeert, wordt vermeden.
Vele schrijvers zijn van oordeel, dat het aanbeveling verdient
de oefeningen op één avond te doen afloopen (gerekend op een
tijdsduur van 2(4 uur) v. n. om de belangstelling er in te houden
en te voorkomen dat langgerekte oefeningen ontstaan, waarvoor
geen interesse meer bestaat.
Ook wordt als nadeel verbonden aan de T. o|d K., welke niet
in één keer afloopen, opgegeven, dat door de tijdsruimte, dikwijls
van een a twee weken tusschen de oefeningen, de details niet
worden onthouden.
N. m. m. hangt de graad van belangstelling van de deelnemers
voor eene oefening niet af van den duur van die oefening, maar
wel van de wijze, waarop de oefening is opgezet en verder wordt
geleid.
Er is m. i. dan ook geen enkel bezwaar tegen het afbreken van
eene oefening op een geschikt punt en het doen vervolgen daarvan
op een anderen dag.
Het komt mij zelfs gewenscht voor de oefeningen zelf niet te
lang achtereen voort te zetten, waartoe te meer reden bestaat
wanneer de oefening niet in 2 partijen wordt gehouden, maar op
de door mij voorgestane wijze, omdat dan alle deelnemers in actie
zijn en men tenslotte niet steeds ,,er bij" kan zijn, ook al is het
verloop van de oefening interessant.
Ik geeft de voorkeur aan een vlot verloopende oefening van
korten duur, waarbij voortdurend de aandacht bij de deelnemers
is gespannen gehouden, boven een oefening van eenige uren,
waarbij het de leiding niet mogelijk is geweest eene doorloopende
belangstelling in het verloop op te wekken.
Een goed moment om eene oefening af te breken is b. v. het
oogenblik, waarop in een bepaalde gevechts-phase bevelen door
de deelnemers zijn uitgegeven. De Leider heeft dan gelegenheid
door het thuis bestudeeren van die bevelen zich een beeld te vor
men van de wijze, waarop elk deelnemer zich in den tactischen
toestand heeft ingedacht, en door zijn bevel daadwerkelijk met de
onder zijn bevelen gestelde troepen wil ingrijpen.
Daarom verdient het n. m. m. ook steeds aanbeveling naast het
schriftelijke bevel, de overwegingen, waarvan dit bevél een uit
vloeisel is, te eischen.
De volgende oefening brengt dan al dadelijk bij den aanvang
de zoo gewenschte belangstelling, wanneer met het bespreken van
de bevelen van de vorige oefening wordt aangevangen.
5