65 Als middelen daartoe worden genoemdArt.-vuur, mitr.-vuur, dregwer- pers en een toestel Mattei (een en ander voor wat betreft bestrijding op afstand). Uit de door den schr. verstrekte gegevens blijkt, dat indien men de munitie er voor over heeft (of. hebben kan) het maken van bressen een eenvoudige zaak is voor de artillerie. Het artikel wordt vervolgd. K. Mavors No. 10. October. Wederom wordt een studie geopend over den gasoorlog of liever den chemicaliën-oorlog, zooals Prof. Dr. Wester, leeraar aan de H. K- S., dezen wil noemen. [n zijne inleiding zegt schrijver: „We mogen den chemicaliën-oorlog geoorloofd of ongeoorloofd achten, afschuwelijker of menschelijker dan elke andere wijze van oorlogvoeren, een legerbestuur heeft in dezen reke ning te houden met de realiteit. En deze zal naar alle waarschijnlijkheid in een toekomstigen oorlog aan de chemicaliën een groote macht toeken nen." Hij vraagt» „Wordt daarmee ten onzent (Nederland!) voldoende rekening gehouden?" En verder: „Het kan geen kwaad ook in ons land al is het wellicht bij herhaling er nog eens zéér nadrukkelijk op te wij zen, dat aan de Marne niet minder dan 80 der munitie oorlogschemi- caliën bevatte en dat het Duitsche opperbevel tegen het einde van den oorlog 1/4 van alle munitie met chemicaliën liet vullen. Hoe zal het in de toe komst zijn? Zijn wij daarop voorbereid?" „Het inrichten van loopgravenstelsels" door Lt. van Boven wordt beëin digd met een verhandeling over hindernissen. In „Practische wenken voor den Compagnies-Commandant" wordt besproken het gebruik van de com mandogroep, het gebruik van schetsen of oleaten die zooveel mogelijk voorbereid moeten worden en waarop dan tijdens het gevecht het hoogst noodige alleen behoeft te worden bijgewerkt, uitgifte van bevelen, aangeven van gevechtsstrooken, opsporen verband tusschen compagnieën, samen werking met commandant toegevoegde zware mitrailleurs en met dien van telefoon-afdeeling. In „Wat onze infanterie weten moet uit het nieuwe schietvoorschrift artillerie 1922" geeft kapitein Alting van Geusau zeer bruikbare gegevens, waarvan vele voor onze Indische toestanden zonder eenige wijziging kunnen worden overgenomen, andere slechts kleine wijziging behoeven. De aandacht wordt gevestigd op de plaatsbepaling van doelen, zooals die ook dikwijls door infanterie-officieren zal moeten geschieden, schieten over eigen troepen door artillerie en opmerkingen over verschillende vuursoorten (aard dier vuren en benoodigde munitie). In „Maandoverzicht" een hooggestemde bespreking van de revue te Soesterberg, die geen revue mag heeten en een entrefilet over de positie der reserve-officieren bij het Indische leger, waarin voor dezen een lans wordt gebroken. Artilleristisch Tijdschrift (Mavors) No. 10. October. Kapitein der artillerie S. Schilderman begint in dit nummer „Eenige toepassingen der schiet- regels voor veldgeschut" en behandelt de uitwerking van een juistheids- vuur met G., daarbij telkens aanhalend het desbetreffende punt uit het schietvoorschrift. Wij kunnen uit ervaring deze wijze van instructie geven over schietregels ten zeerste aanbevelen als de vlugste wijze om leerlingen wegwijs te maken in het voorschrift. Dat ook in Nederland voor de veldartillerie het rekenen nog geen alle- daagsch werk is geworden bewijst wel, dat de Lt. Tuytelhet noodig heeft gevonden op overzichtelijke wijze een nadere toelichting te geven op het reglement voorzoover betreft het berekenen en het gebruik der verschillende factoren noodig bij het schieten met waarneming zijwaarts van de batterij. Bk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 65