daardoor de beraamde klap bij Hermannstadt onmogelijk zou worden, kwam de Commandant van dat leger van zijn voornemen terug. Zijn verzoek om het ingrijpen van het 9e Leger te bespoe digen, moest von Falkenhayn echter afwijzen. Het Aipenkorps kon niet voor den 23en Sept. des avonds van Zsinna afmarcheeren en had dan nog 90 K. M. tot den Rooden Toren-pas door zwaar gebergte af te leggen, zoodat het op zijn vroegst 26 September zou kunnen ingrijpen. 22 Sept. vertrok von Falkenhayn naar den staf der 50e Honved- Div. te Salzburg, waar hij ook den Commandant van de 33e Cav. Div. aantrof. Hier ontving hij het bericht, dat de Roemenen hem voor waren geweest en met het aanbreken van den dag een algeineenen aanval in het bekken van Hermannstadt waren begonnen. Het gevecht was ten deele nog in vollen gang. Het 187e Inf. Reg., dat N. van Orlat stond op den rechtervleugel der troepen in dat bekken, had den aanval op zijn front met zware verliezen voor de Roemenen afgeslagen. De 51e Honved-Div. had zich ingegraven op de hoogten op de N. oever der Cibin tot O. van Hermannstadt. Daartegen werd de aanval slechts flauw gevoerd. Ook in Hermannstadt zelf was de vijand nog niet doorgedrongen. De hoofdaanval scheen echter gericht te zijn tegen de stellingen der 3e Cav. Div. Z. van Rothberg op den heuvel van dien naam en tegen die der O.-H. cavalerie op de linie Cornitzell Glim- boka en langs de hoogten op den N. oever der Alt. Tegen de Duitschers waren de Roemeensche aanvallen mislukt; daarentegen schenen de Roemenen de stellingen der O.-H. cavalerie op eenige plaatsen te zijn binnengedrongen. Om zelf beter overzicht over het terrein te verkrijgen, ging von Falkenhayn met den commandant der 3e Cav. Div. naar de voorste loopgraven der honveds bij Grossau. In de buurt van Orlat was het gevecht geheel verstomd. Tegen de stellingen der 51e Honved-Div. vuurde de Roemeensche artil lerie nog levendig. De infanterie echter was in het algemeen tot minstens 3 K. M. teruggeweken. Uit het verplaatsen van de springpunten der granaatkartetsen O. van Rothberg kon worden besloten, dat de aanval daar voor uitging. Nadere bijzonderheden ontving von Falkenhayn echter eerst bij terugkomst te Deva. Uit de ontvangen berichten werd besloten, dat tenminste 7 regimenten met 28 bataljons van de 2e en 13e Div. aan den aanval hadden deelgenomen. Daartegen hadden de Duitsche en Oostenrijk Hongaarsche troepen tot een sterkte van totaal 13 bataljons in het vuur kunnen brengen. Het eenige succes, dat de Roemenen hadden behaald, was, dat zij den rechtervleugel van de le O.-H. Cav. Div., de 7e Cav. Brig., van de hoogten N. van Glimboka 88

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 14