meester maakten van het bekken, zij verschillende inrichtingen zouden vernielen, die zij vroeger hadden gespaard, toen zij nog de overtuiging konden hebben het gebied onbetwist te zullen kunnen beheerschen. Gevaarlijker nog was het, dat de Roemenen te Petroszeny zijnde, nog slechts op 4 dagmarschen afstands van den spoorweg in het Maros-dal, de eenige aanvoerlijn van het 9e Leger, verwijderd waren. Het bergachtige en woudrijke terrein maakte raids mogelijk, welke in veel korteren tijd dien spoorweg zouden kunnen bereiken. Toch wilde von Falkenhayn aan het verzoek van den comman dant der troepen bij genoemde passen niet voldoen. In de eerste plaats ging er nog eenigen tijd heen, voor de Roemenen Petroszeny zouden kunnen bezetten. In het gevecht bij Hermannstadt zouden zij niet meer kunnen ingrijpen; zelfs als zij niet werden opgehouden, zouden zij een week noodig hebben om te Miihlbach te komen. In dien tijd hoopte von Falkenhayn de beslis sing bij den Rooden Toren- pas te hebben verkregen. Elke ver mindering van troepen bij Hermannstadt zou, vooral gelet op hun reeds geringe sterkte, de kansen op succes verminderen en bij Hermannstadt lag voorloopig de beslissing. Elke troepenvermin dering aldaar zou leiden tot een verdeeling der krachten, waardoor men nergens zoo sterk kon zijn, dat men een beslissing kon ver krijgen. Nadat de vijand bij Hermannstadt zou zijn verslagen, kon worden overwogen of er troepen naar Petroszeny zouden moeten worden gezonden. Van de Mechadia-groep kon echter 1 O.-H. bataljon ter ver- sterking worden gezonden, dat 26 Sept. aankwam. Overigens moest men den vijand zoolang mogelijk zien op te houden. 28 Sept. zou nog een O.-H. brigade met de ontlading beginnen op her baangedeelte Piski-Hötzing. Deze brigade zou met de reeds bij Petroszeny aanwezige troepen de 301e Div. vormen, wier commandant, generaal v. Busse, reeds was aangekomen. Daar von Falkenhayn voorzag, dat het gebergte aanleiding zou geven tot het vormen van groepen buiten het organieke verband, had hij aan de opperste legerleiding eenige staven verzocht, welke bij voorkomende gelegenheid voor de te vormen groepen zouden kunnen worden gebruikt. Te Mühlbach wachtte hem ook de chef van den staf van het le O.-H. L^y.r. Van dezen ontving hij minder gunstige berichten omtrent dat leger. De weerstandskracht er van werd betwijfeld, waardoor het misschien niet mogelijk zou zijn, dat de rechtervleugel er van in verbinding met den linkervleugel van het 9e Leger zou stand houden; midden en linkervleugel van het le Leger zouden desnoods kunnen terugwijken. Zonder het standhouden van den rechtervleugel zou echter de operatie van von Falkenhayn onmo gelijk worden en liep het 9e Leger zelfs gevaar te worden opgerold. Het Alpenkorps had de lijn Vrf. Mare Gyhan dien dag vroeg 92

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 18