waren van Duitschers, die zich verborgen hielden in de huizen en: zoo gaf hij last, deze te doen doorzoeken. Zelfs ontdekte hij een afdeeling Duitschers in het N. deel van de hoofdstraat en gaf bevel deze met de bajonet te verdrijven. Zoo bleef de toestand aan Fransche zijde eenigen tijd stationair. Wij zullen, omdat het voor ons doel niet ter zake dienende is,, niet beschrijven hoe het 14 reg. huzaren doelloos door zijn Com mandant in den dood werd gejaagd door het, onder den spoorweg, door een nauwe poort heen, te doen aanvallen tegen het hevige vuur in van een vijand, waarvan men noch de sterkte, noch de plaats zelfs maar kon gissen in den dichten nevel. Van meer belang voor ons doel is hetgeen er met de artillerie van de voorhoede gebeurde. Tegen 8 uur, toen de voorste batterij in Ethe kwam, was het wel duidelijk geworden, dat de Duitschers met sterkte krachten om dat dorp stonden. Steun van de artillerie werd noodig geoor deeld. De cdt der voorh. art. gaf bevel, keert te maken, om ten Z. van het dorp stelling te nemen. Ten gevolge van de opstopping in de dorpsstraat was zulks voor de voorste batterij niet meer moge lijk; de beide secties werden daarom zoo goed en zoo kwaad het ging in het dorp zelf in stelling gebracht. De volgende batterij, die juist voor den Z.-ingang van Ethe stond, had wat meer bewegings vrijheid en werd sectiegewijs ten Z. van het dorp opgesteld. De derde batterij echter stond in den hollen weg, die van Gomery naar Ethe voerde en kon eerst veel later met veel moeite stuksge wijze tegen de helling worden opgesleept en in stelling komen. Verderop was de weg versperd door de voertuigen van den ge- vechtstrein, die voor- noch achteruit konden. Toen eenigen tijd later de nevel vrij plotseling optrok, werden deze voertuigen overstelpt met vuur van art .en inf., die men toen heel duidelijk opgesteld zag op de hellingen ten N. van Ethe. Er werd een ware slachting aangericht onder menschen en paarden. Over de munitie kon slechts worden beschikt door de opoffering van manschappen, die over betrekkelijk groote afstanden de patro nen van de caissons naar de vuurmonden droegen. Hieraan werd door huzaren, infanteristen, artilleristen, treinsoldaten en zelfs door hospitaal-personeel, onder het lijden van zware verliezen, deel genomen. Zoo was dus de geheele 14de Brigade (op enkele compagnieën na) in gevecht gekomen, buiten den wil van den Brig.cdt en van den Div.-cdt om. Thans is het noodig eens te zien hoe de toestand zich aan Duitsche zijde had ontwikkeld. Gedurende den nacht was de Xde Div. (van het Vde Legerkorps) door de bosschen van Vance opgerukt in de richting van Ethe; te 6 v. deboucheerde de voorhoede, 50 R. I., uit den boschrand tegenover Ethe. 103

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 29